In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, geboren uit het huwelijk van de moeder en de vader. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N. Yildiz, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 30 juni 2021 de kinderen onder toezicht heeft gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting Samen Veilig Nederland. De moeder verzet zich tegen deze ondertoezichtstelling en stelt dat de kinderen niet in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat zij alle hulpverlening accepteert.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De kinderen hebben in het verleden te maken gehad met een gewelddadige situatie door de vader, die momenteel in detentie zit. De moeder heeft aangegeven dat de situatie is verbeterd, maar de raad voor de kinderbescherming en de GI hebben zorgen geuit over de stabiliteit en de emotionele ontwikkeling van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen en dat hulpverlening noodzakelijk is om verdere schade te voorkomen.
Uiteindelijk heeft het hof besloten de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Het hof benadrukt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de juiste hulpverlening voor de kinderen te waarborgen en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De moeder heeft aangegeven bereid te zijn om mee te werken aan de hulpverlening, wat het hof als positief signaal beschouwt.