Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Stichting Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift tevens verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad met producties, ingekomen op 15 oktober 2021;
- het verweerschrift in hoger beroep en in het schorsingsincident, tevens incidenteel hoger beroep, met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een brief van mr. Rabarison van 6 november 2021 met producties;
- een brief van mr. Sterrenberg-Ellerbroek van 8 november 2021 met producties.
- de moeder en haar advocaat;
- de vader en zijn advocaat;
- [naam1] en [naam2] namens de GI;
- [naam3] namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2012 in [woonplaats1] ,
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2012 in [woonplaats1] , en
- [de minderjarige3] , geboren [in] 2016 in [woonplaats2] ,
- zolang de vader geen zelfstandige woonruimte heeft: de kinderen verblijven gedurende twee of drie dagdelen per week bij de vader, door partijen in onderling overleg te bepalen;
- zodra de vader over zelfstandige woonruimte beschikt: de kinderen verblijven op maandag, dinsdag en woensdagochtend bij de vader, op woensdagmiddag, donderdag en vrijdag bij de moeder en in de weekenden en op feestdagen verblijven de kinderen om en om bij de vader en de moeder.
4.De omvang van het geschil
in de bodemprocedure
- de moeder op verzoek van de vader verplicht terug te verhuizen naar de echtelijke woning of een andere woning binnen een straal van 2 kilometer rondom de basisschool [naam4] ;
- bepaald dat de moeder een dwangsom verbeurt voor de eerste overtreding van € 5.000,- en daarna van € 250,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet binnen 10 weken na 21 september 2021 aan die verplichting voldoet, tot een maximum van € 50.000,-;
- in het principaal hoger beroep: de verzoeken van de moeder af te wijzen; en
- in het incidenteel hoger beroep: de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het de aanvullende zelfstandige verzoeken van de vader betreft en de bij beschikking van
- de kinderen aan de vader worden toevertrouwd;
- als zorgregeling voor [de minderjarige1] wordt vastgesteld dat [de minderjarige1] van vrijdag 19.00 uur tot donderdagochtend voor school bij de vader verblijft van donderdagmiddag na school tot vrijdag 19.00 uur bij de moeder, waarbij de moeder zorgdraagt voor het brengen; en
- als zorgregeling voor [de minderjarige2] en [de minderjarige3] wordt vastgesteld dat zij op zaterdag 19.00 uur tot vrijdagochtend voor schooltijd bij de vader verblijven en van vrijdagochtend voor schooltijd tot zaterdag 19.00 uur bij de moeder, waarbij de moeder zorgdraagt voor het halen en brengen en de vader de kinderen op vrijdag naar school brengt.
5.De motivering van de beslissing
Uit vaste jurisprudentie volgt dat, hoezeer het belang van het kind een overweging van de eerste orde dient te zijn bij de te verrichten afweging van belangen, andere belangen zwaarder kunnen wegen.
€ 50.000,-.