Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 21 juni 2022, aangevochten. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de ondertoezichtstelling te beperken tot zes maanden. De gecertificeerde instelling, Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, trad op als verweerster en steunde het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds eind 2014 feitelijk uit elkaar zijn en dat de kinderen sinds april 2018 bij de vader wonen. De ondertoezichtstelling is ingesteld omdat de kinderen in hun ontwikkeling ernstig worden bedreigd. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de ouders nog niet in staat zijn om gezamenlijk het ouderschap vorm te geven, wat essentieel is voor het welzijn van de kinderen. De moeder heeft hulpverlening stopgezet, wat volgens het hof niet bevorderlijk is voor de therapie van de kinderen.
De beslissing van het hof om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, is gebaseerd op de noodzaak van voortdurende begeleiding door de GI om de ouders te helpen bij het verbeteren van hun onderlinge verstandhouding en het gezamenlijk ouderschap. Het hof concludeert dat de situatie van de kinderen en de ouders nog steeds zorgwekkend is, en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.