ECLI:NL:GHARL:2021:11169

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
P21/0256
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 13 juli 2021. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de maatregel van terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, terwijl de verpleging van overheidswege onder voorwaarden is beëindigd. Het hof baseert deze beslissing op rapportages van een onafhankelijke psycholoog en psychiater, alsook op het advies van de reclassering. Het hof concludeert dat het gevaar voor de veiligheid van anderen tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, waardoor beëindiging van de verpleging verantwoord is. De terbeschikkinggestelde heeft met begeleiding stabiel gefunctioneerd en is in staat om zelfstandig te wonen. Het hof heeft de voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het niet plegen van strafbare feiten en medewerking aan reclasseringstoezicht. De beslissing van het hof markeert een nieuwe fase in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

TBS P21/0256
Beslissing d.d. 25 november 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
verblijvende bij [kliniek] , onder verantwoordelijkheid van [psychiatrische zorginstelling]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 13 juli 2021. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, alsmede de afwijzing van het verzoek tot het laten onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en verder op (onder meer):
̶ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
̶ de beslissing waarvan beroep;
̶ de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 16 juli 2021;
̶ de appelschriftuur ingediend namens de terbeschikkinggestelde van 26 augustus 2021 en de reactie daarop van de advocaat-generaal bij e-mailbericht van 16 september 2021;
̶ de aanvullende informatie van [psychiatrische zorginstelling] van 26 oktober 2021, met als bijlage de wettelijke aantekeningen over het tweede kwartaal van 2021;
̶ het reclasseringsadvies betreffende proefverlof opgesteld door [reclasseringswerker] van 14 oktober 2021.
Het hof heeft ter zitting van 11 november 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.I. Echteld, advocaat te Gouda, en de
advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit. Het hof heeft tevens gehoord:
̶ [reclasseringswerker] , reclasseringswerker;
̶ [rapporterend psycholoog] , rapporterend psycholoog;
̶ [psychiater] , psychiater verbonden aan [psychiatrische zorginstelling] ;
̶ [rapporterend psychiater] , rapporterend psychiater.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing waarvan beroep dient te worden vernietigd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk dient te worden beëindigd, althans de zaak voor een korte periode dient te worden aangehouden teneinde opdracht te geven tot het opstellen van een maatregelrapport. Gezien de adviezen van de onafhankelijke deskundigen en de ter zitting door de reclassering gegeven toelichting is een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aangewezen. Een voorwaardelijke beëindiging doet recht aan de langdurige en positieve ontwikkeling die de terbeschikkinggestelde heeft doorgemaakt. Daarnaast is het kader van de voorwaardelijke beëindiging gelet op het recidiverisico en de in ernst verminderde problematiek passend. Niet valt in te zien wat de toegevoegde waarde is van het doorlopen van proefverlof. Wat betreft de verlenging van de maatregel heeft de terbeschikkinggestelde verzocht in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege een termijn van twee jaar te overwegen, indien het hof een termijn van een jaar te prematuur acht.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing waarvan beroep. Aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel is voldaan. Voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is het op dit moment nog te vroeg. De visie van de kliniek om de weg der geleidelijkheid te volgen heeft de voorkeur, gezien de voorgeschiedenis van de terbeschikkinggestelde en het verloop van de maatregel tot dusver. De fase van proefverlof maakt het mogelijk de relatie met de reclassering (verder) te bestendigen en de rol van de kliniek terug te brengen, alvorens er een definitieve overgang in toezicht en begeleiding door de reclassering plaatsvindt. De adviezen van de onafhankelijke deskundigen maken dit niet anders. Indien het hof beslist de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen is een verlenging van de maatregel met twee jaren aangewezen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing waarvan beroep vernietigen, omdat het hof tot een andere beslissing komt.
Indexdelict
Bij vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage van 2 maart 2012 is aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, ter zake van – samengevat – opzettelijke brandstichten en een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, belaging (meermalen gepleegd) en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (meermalen gepleegd). Het eerstgenoemde misdrijf is gericht tegen of veroorzaakt gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Bij beslissing van 9 september 2014 heeft de rechtbank Den Haag het bevel gegeven dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd.
Stoornis en recidivegevaar
Over de diagnose en de inschatting van het recidiverisico wordt op onderdelen verschillend gerapporteerd, maar het bestaan van een stoornis en van een recidiverisico is niet in geschil. Het hof stelt vast dat bij de terbeschikkinggestelde in ieder geval sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis of een andere gespecifieerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken.
De kliniek en de deskundigen zijn het erover eens dat het voortduren van zorg en toezicht binnen het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling noodzakelijk is om het recidiverisico laag te houden. Zonder deze begeleiding zal het risico op stalkingsgedrag of op geweld op enig moment oplopen naar, op zijn minst, matig.
Verlengen maatregel
Op grond van deze overwegingen komt het hof tot het oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist.
Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
De kliniek adviseert de verpleging van overheidswege te handhaven. De kliniek zou graag zien dat in het derde kwartaal van 2021 eerst wordt gestart met proefverlof. Medio 2022 zou een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege kunnen volgen. De weg der geleidelijkheid heeft tot dusver de voorkeur vanwege de voorgeschiedenis waarin de terbeschikkingstelling met voorwaarden is mislukt en de problematiek van de terbeschikkinggestelde, die snel het overzicht verliest. Bij proefverlof kan bij een eventuele terugval eerder worden teruggeschakeld, zonder dat dit grote consequenties heeft voor de terbeschikkinggestelde. Bij een voorwaardelijke beëindiging staat de kliniek op grotere afstand. Naarmate de structuur die rondom de terbeschikkinggestelde is opgebouwd meer wegvalt, zullen de uitdagingen toenemen. Het is de vraag of de terbeschikkinggestelde in die situatie tijdig hulp zal inroepen. De risico’s nemen voorts toe als de terbeschikkinggestelde een partnerrelatie krijgt.
Het hof ziet in het behandelde ter zitting en in de overige adviezen desalniettemin aanleiding de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
Na een behandeling in de kliniek van vier jaren is de terbeschikkinggestelde op 24 september 2018 doorgestroomd naar [kliniek] van [psychiatrische zorginstelling] . Half oktober 2019 verhuisde hij naar een trainingswoning waar hij wordt begeleid door het extramuraal forensisch team van [kliniek] . Met hulp van maatschappelijk werk van [kliniek] zijn de financiële problemen opgelost en is de terbeschikkinggestelde nu schuldenvrij. Op 16 september 2021 is hem een woonurgentie verleend voor een zelfstandige woning. De terbeschikkinggestelde heeft een dagbesteding en is abstinent van middelen. Hij heeft geen relatie.
[psychiater] beschrijft dat de narcistische problematiek van de terbeschikkinggestelde behoorlijk is uitgedoofd. Het recidiverisico zal laag blijven zolang de terbeschikkinggestelde geen (financiële) stress ervaart. Het voorkomen van stress is ook mogelijk binnen een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het risico op overschatting – zoals door de kliniek is beschreven – past niet bij de persoon en de problematiek van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde heeft namelijk laten zien dat als hij het niet aandurft, hij zelf de rem erop zet. Hij heeft immers eerder zelf een maatregelrapport, een aanvraag van een urgentiewoning en proefverlof tegengehouden toen zijn financiële problemen nog niet waren opgelost.
[rapporterend psycholoog] rapporteert dat de terbeschikkinggestelde meer zicht heeft gekregen op zijn eigen rol binnen relaties, zijn interne dynamiek en dat hij hulpverlening accepteert. Hij heeft meer zicht gekregen op zijn eigen kwetsbaarheden, al blijft het voor hem lastig deze op emotioneel niveau te kunnen verdragen. Het is noodzakelijk dat de terbeschikkinggestelde een goed werkrelatie met de reclassering heeft opgebouwd, dat er begeleiding is vanuit een instantie als [kliniek] en dat er een vangnet is als de problemen betrokkene boven het hoofd groeien of als er een relatie is. Het standpunt van de kliniek is verdedigbaar. Aan de andere kant zijn er geen elementen in het risicomanagement die de voorwaardelijke beëindiging in de weg staan. De kliniek is dan niet meer in beeld, maar aan de dagelijkse bejegening van de terbeschikkinggestelde verandert niet veel.
De reclassering heeft positief geadviseerd over een proefverlof en heeft daarvoor voorwaarden geformuleerd. De ter zitting gehoorde [reclasseringswerker] heeft niet namens de reclassering kunnen uitspreken dat ook een positief advies wordt gegeven voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Hij heeft wel vertrouwen uitgesproken in de samenwerking tussen hem en de terbeschikkinggestelde, ook in het geval van een voorwaardelijke beëindiging. De voor het proefverlof geformuleerde voorwaarden zouden ook bij een voorwaardelijke beëindiging kunnen worden opgelegd, met toevoeging van een time-outmogelijkheid.
De terbeschikkinggestelde heeft zich op de zitting van het hof bereid verklaard zich te houden aan deze voorwaarden, alsmede een eventuele voorwaarde betreffende een wijziging van woonplaats.
Gelet hierop is het hof van oordeel dat het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht dat beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de hierna te noemen voorwaarden verantwoord is. De terbeschikkinggestelde heeft met behulp van begeleiding stabiel gefunctioneerd, ook in meer zelfstandige woonruimte. Bij voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege blijven de voorwaarden voor stabiel functioneren bestaan.
Duur van de verlenging
Met de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege breekt een nieuwe fase aan in het resocialisatietraject. Aannemelijk is geworden dat dit traject in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof zal derhalve de maatregel verlengen met een termijn van twee jaren.

Beslissing

Het hof:
̶
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 13 juli 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde];
̶
Verlengtde terbeschikkingstelling met een
termijn van twee jaren;
̶
Beëindigtde verpleging van overheidswege en stelt daarbij de voorwaarden dat de terbeschikkinggestelde:
1. zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
2. zich ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage zal tonen;
3. zijn medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, als bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
4. zich niet zal begeven buiten de grenzen van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, zonder toestemming van de reclassering;
5. zich zal laten behandelen door [psychiatrische zorginstelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De terbeschikkinggestelde dient zich te houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
6. zal verblijven in [kliniek] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. niet zal verhuizen zonder toestemming van de reclassering en zich bij verhuizing naar een zelfstandige woning zal laten begeleiden door een daartoe door de reclassering aan te wijzen instantie;
8. geen verdovende middelen zal gebruiken en voor de naleving van dit verbod zal meewerken aan urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
9. geen alcohol zal gebruiken, tenzij dit anders is afgesproken met de behandelaren van [kliniek] en de reclassering, en voor de naleving van dit verbod zal meewerken aan urineonderzoek en ademonderzoek. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
10. ervoor zorg draagt dat hij, in samenspraak met [kliniek] en de reclassering, een zinvolle dagbesteding heeft;
11. indien geïndiceerd zal meewerken aan budgetbeheer dan wel bewindvoering;
12. indien de reclassering dit nodig acht zal meewerken aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of een soortgelijke instelling voor de duur van maximaal tweemaal zeven weken per jaar, welke terugplaatsing mede als doel heeft te onderzoeken of het verantwoord is het traject van de voorwaardelijke beëindiging voort te zetten.
̶
Draagtde reclassering, GGZ Antes te Rotterdam, op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. D. Visser als raadsheren,
en drs. E.M.M. Mol en drs. I. Breukel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen als griffier,
en op 25 november 2021 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.