ECLI:NL:GHARL:2021:11122

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
21-001607-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens gebrek aan groepsgedraging bij openlijke geweldpleging

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 2003, was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging in vereniging, waarbij hij betrokken zou zijn geweest bij een steekincident op 8 augustus 2020 in Hoevelaken. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter, die de verdachte eerder had vrijgesproken. Tijdens de zitting op 16 november 2021 heeft het hof het dossier bestudeerd, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. B.J. Tieman.

De tenlastelegging omvatte zowel een primair als een subsidiair verwijt van openlijke geweldpleging. De advocaat-generaal vorderde veroordeling van de verdachte, terwijl de raadsman pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte geen bijdrage had geleverd aan het geweld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en andere jongens op het moment van het steekincident niet als een groep aanwezig waren, en dat het steken van het slachtoffer door een medeverdachte niet als een groepsgedraging kon worden beschouwd. Hierdoor was er geen sprake van openlijke geweldpleging.

Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten en heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de voorzitter en de griffier, waarbij mr. E.W. van den Heuvel niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001607-21
Uitspraak d.d.: 30 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 23 maart 2021 met parketnummer 16-308656-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 november 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. B.J. Tieman, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 8 augustus 2020 te Hoevelaken, gemeente Nijkerk openlijk en in vereniging geweld, welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of schoppen en/of (met eens mes) steken, heeft gepleegd tegen een of meer persoon/personen, te weten onder meer [slachtoffer] op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten [locatie] , heeft/is hij, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
- een of meer vrienden gebeld om te gaan/komen naar Hoevelaken (ter ondersteuning) om te knokken/vechten en/of
- met een of meer scooter(s) naar Hoevelaken gereden en/of
- voor transport van een of meer persoon/personen gezorgd en/of
- (met een of meer scooter(s)) om die [slachtoffer] gaan staan en/of ingesloten;\
subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en of een of meer anderen op of omstreeks 8 augustus 2020 te Hoevelaken, gemeente Nijkerk, meermalen, althans eenmaal, openlijk en in vereniging geweld heeft/hebben gepleegd tegen een of meer persoon/personen, te weten onder meer [slachtoffer] en/of hem/hen hebben mishandeld, op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten [locatie] , door hem/hen (meermalen) te slaan en/of te schoppen en/of (met een mes) te steken, althans stekende bewegingen in zijn/hun richting te maken,
bij/tot het plegen van welk(e) misdrij(f)(ven) verdachte toen en aldaar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of inlichtingen en/of middelen heeft verschaft door, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen:
- een of meer vrienden/bekenden, althans personen, waaronder die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , te (doen) bellen om (samen) naar Hoevelaken te gaan om daar te (gaan) knokken/vechten, althans naar Hoevelaken te gaan terwijl hij en/of die vrienden/bekenden, althans personen, wist(en) dat aldaar een vechtpartij/confrontatie zou gaan plaatsvinden en/of
- met die vrienden/bekenden, althans personen, waaronder die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , met een of meer scooter(s) naar Hoevelaken te rijden en/of
- voor transport (naar Hoevelaken) van (onder meer) die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen te zorgen en/of
- (ter plaatse) die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen te bellen naar de plaats/plek te komen alwaar het openlijk geweld en/of de mishandeling(en), in elk geval de confrontatie(s), zou(den) gaan plaatsvinden te komen en/of
- ter plaatse (met een of meer scooter(s)) (telkens) (gezamenlijk) de plaats/plek alwaar het openlijk geweld en/of de mishandeling(en), in elk geval de confrontatie(s), plaatsvond(en) te bezoeken en/of daar (telkens) (in de buurt) aanwezig te zijn en/of
- zich (telkens) niet, althans onvoldoende, van (het gedrag van) die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen te distantiëren en/of
- (telkens) de plaats/plek alwaar het openlijk geweld e/of de mishandeling(en), in elk geval de confrontatie(s), plaatsvond(en) gezamenlijk met een of meer van die vrienden/bekenden, althans personen, na dat openlijk geweld en/of die mishandeling(en) te verlaten en/of
- voor transport van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen weg van die plaats(en)/plek(ken) te zorgen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd de verdachte te veroordelen wegens het primair tenlastegelegde nu verdachte, ondanks het feit dat hij niet degene is geweest die met het mes heeft gestoken, een voldoende wezenlijke en significantie bijdrage heeft geleverd aan het geweld gepleegd tegen [slachtoffer] .
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Hij heeft hiertoe, kort gezegd, aangevoerd dat verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan een juridisch en strafrechtelijk verwijtbare gedraging. Verdachte was enkel aanwezig met de intentie om te gaan kijken bij een knokpartij. Hij heeft op geen enkel moment en op geen enkele wijze enige bijdrage geleverd aan het gepleegde geweld. De gedraging van [medeverdachte 2] was voor verdachte niet te voorzien.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het overweegt daartoe als volgt.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft ’s avonds 7 augustus ruzie gehad met een meisje. Dat meisje heeft hem laten weten dat haar broer heeft gezegd dat [medeverdachte 3] maar naar Hoevelaken moet komen. [medeverdachte 3] is met één vriend vertrokken om met de broer te gaan knokken. De vriend van [medeverdachte 3] heeft verdachte gebeld met het verzoek om medeverdachte [medeverdachte 2] op te halen. Verdachte heeft [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 1] , die die avond bij [medeverdachte 2] was, opgehaald. Zodoende zijn verschillende jongens vanuit Amersfoort naar Hoevelaken vertrokken. De broer van het meisje heeft ook anderen ingelicht en in Hoevelaken zijn verschillende (groepjes) jongens naar het centrum getrokken. Niet lang na middernacht zijn diverse jongens op verschillende tijdstippen en op verschillende plekken in het centrum van Hoevelaken aangekomen. [medeverdachte 3] en de betreffende broer hebben elkaar niet ontmoet maar uit het dossier wordt wel duidelijk dat zich twee (steek)incidenten hebben voorgedaan. De tenlastelegging spitst zich toe op het tweede incident, waarbij [slachtoffer] door [medeverdachte 2] in de buik is gestoken. Vast staat dat verdachte en verschillende andere jongens op het moment van dit incident verspreid en niet als groep aanwezig zijn in de omgeving van dit incident. Naar het oordeel van het hof kan op grond van de verschillende verklaringen en met name ook op grond van de camerabeelden niet worden vastgesteld dat het in de buik steken van [slachtoffer] door [medeverdachte 2] als een groepsgedraging kan worden beschouwd. Derhalve is er geen sprake van openlijke geweldpleging, zodat de vraag of verdachte hier al dan niet een voldoende en wezenlijke of significantie bijdrage aan heeft geleverd niet aan de orde komt.
Nu het hof van oordeel is dat überhaupt geen sprake is van openlijke geweldpleging, zal het hof verdachte ook vrijspreken van de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid daaraan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. E.W. van den Heuvel en mr. H.W. Samson-Geerlings, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. B.T.H. Toonen-Janssen, griffier,
en op 30 november 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. E.W. van den Heuvel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 30 november 2021.
Tegenwoordig:
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. T.C. Pastoor, advocaat-generaal,
mr. L.A.C. Veltman, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.