Uitspraak
bij de kantonrechter: eiseres,
Bolsenbroek B.V.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.De verdere procedure bij het hof
2.Waar gaat het in deze zaak om2.1 [geïntimeerden] c.s. hebben van Bolsenbroek B.V. voor de duur van 16 maanden een woning gehuurd op een zogenaamd hippisch bungalowpark, waar Bolsenbroek B.V. ook eigenaar was van enkele recreatiewoningen en van een stallencomplex. [geïntimeerden] c.s. waren op grond van de huurovereenkomst verplicht bepaalde (beheerders)werkzaamheden te verrichten. Bolsenbroek B.V. wil dat [geïntimeerden] c.s. de gehuurde woning ontruimen. Volgens Bolsenbroek B.V. is sprake van ‘huur van bedrijfsruimte’ in de zin van artikel 7:290 BW en zijn de regels van huurbescherming, gelet op het feit dat de huurovereenkomst voor minder dan twee jaar is aangegaan, niet van toepassing. Subsidiair, voor het geval sprake is van ‘huur van woonruimte’, meent Bolsenbroek B.V. dat, gelet op de overeengekomen duur van de huur, ook de huurbeschermingsregels voor de huur van woonruimte niet van toepassing zijn. Volgens Bolsenbroek B.V. zijn [geïntimeerden] c.s. ook tekortgeschoten in hun beheerdersverplichtingen en heeft zij daardoor schade geleden, die aan Bolsenbroek B.V. dient te worden vergoed.2.2 De kantonrechter te Leeuwarden heeft de vorderingen van Bolsenbroek B.V. afgewezen. Het hof komt tot hetzelfde oordeel. Dit oordeel zal hierna worden gemotiveerd, waarbij het hof eerst de relevante feiten zal vermelden en daarna aan de hand van de bezwaren (grieven) van Bolsenbroek B.V. tegen het vonnis van de kantonrechter en (voor zover van belang) wat partijen verder nog hebben aangevoerd de geschilpunten tussen partijen zal bespreken.3. De relevante feiten3.1 Op 24 augustus 2016 hebben Bolsenbroek B.V. als verhuurster en [geïntimeerden] c.s. als
Het gehuurde, bestemming
4.De beoordeling van het geschil
31 augustus 2017 zou worden gewijzigd in 31 december 2017. Zij hebben toen dan ook een huurovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van 16 maanden gesloten. Dat is minder dan twee jaar. Op grond van het bepaalde in artikel 7:271 lid 1 BW eindigt een dergelijke overeenkomst zonder dat opzegging vereist is wanneer de bepaalde tijd is verstreken, in dit geval dus op 31 december 2017. Daarvoor is wel nodig dat de verhuurder de huurder tijdig over het verstrijken van de bepaalde tijd informeert. Dat heeft Bolsenbroek B.V. gedaan met de in punt 3.4 aangehaalde e-mail van [de bestuurder] aan [geïntimeerden] c.s. van 28 november 2017.
4.15 Bolsenbroek B.V. vordert allereerst € 1.500,- schade vanwege de verwijdering van meubels uit recreatiewoning 8-17. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft [de bestuurder] aangegeven dat het om meubels gaat die door de vader van één van de tijdelijke bewoonsters (een studente) van de recreatiewoning in de woning zijn geplaatst. Volgens [de bestuurder] heeft die vader de meubels aan Bolsenbroek B.V. geschonken en heeft de bewoonster de meubels weer meegenomen toen zij de woning verliet en elders een studentenkamer betrok. Ook indien de meubels eigendom zijn geworden van Bolsenbroek B.V. heeft Bolsenbroek B.V. met deze toelichting niet onderbouwd dat het door de studente verwijderen van de meubels het gevolg is van een tekortkoming van [geïntimeerden] c.s. Ook volgens de stellingen van Bolsenbroek B.V. hebben [geïntimeerden] c.s. de meubels niet verwijderd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat [geïntimeerden] c.s. in hun verplichtingen tekortschieten alleen omdat de huurders van een recreatiewoning op enig moment meubels of andere spullen uit die woning verwijderen. Het hof laat dan nog buiten beschouwing dat indien Bolsenbroek B.V. eigenaar is van de meubels en zij weet wie de meubels heeft verwijderd zij de mogelijkheid heeft om afgifte van de meubels te vorderen.
30 september 2019 aan [de bestuurder] , waarin zij meedeelt af te zien van het huren van twee paardenboxen vanwege, kort gezegd, mededelingen van [geïntimeerden] . [geïntimeerden] c.s. hebben een e-mail van [naam2] aan [de bestuurder] overgelegd waarin [naam2] schrijft af te zien van het huren van de boxen, kort gezegd, omdat de aan Bolsenbroek B.V. te betalen huur (met bijkomende kosten) veel hoger is dan wat zij nu aan kosten kwijt is. In het licht hiervan heeft Bolsenbroek B.V. onvoldoende onderbouwd dat [naam2] van de huur heeft afgezien vanwege de mededelingen van [geïntimeerden] , zodat niet aannemelijk is dat sprake is van causaal verband tussen de aan [geïntimeerden] c.s. verweten mededelingen en de door Bolsenbroek B.V. gestelde schade.
5.5. De beslissingHet hof:
14 dagen na de datum van dit arrest en te vermeerderen met € 163,- voor nasalaris, verhoogd met € 95,- indien niet binnen 14 dagen na de datum van dit arrest aan deze veroordeling is voldaan en betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;