ECLI:NL:GHARL:2021:10927

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
25 november 2021
Zaaknummer
P21/0200
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar na positieve ontwikkeling in behandeltraject

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1986, die verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De terbeschikkingstelling was eerder door de rechtbank Noord-Holland verlengd met twee jaar, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een terbeschikkingstelling met een maximale duur van vier jaar, waarvan al meer dan twee jaar zijn verstreken. Er is een recente positieve ontwikkeling in het behandeltraject, met name door de totstandkoming van een behandelovereenkomst, maar de gevolgen van deze ontwikkeling voor de behandeling en resocialisatie zijn nog onduidelijk.

De terbeschikkinggestelde heeft erkend dat zij meermalen een slachtoffer heeft belaagd en dat zij kampt met psychische problematiek. Ondanks haar instemming met het behandelvoorstel, heeft zij verzocht om nader onderzoek naar de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De advocaat-generaal heeft zich echter verzet tegen dit verzoek, en het hof heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen.

Het hof heeft de verzoeken van de terbeschikkinggestelde om nader onderzoek door deskundigen afgewezen, omdat het hof zich voldoende voorgelicht achtte op basis van de beschikbare informatie. De terbeschikkinggestelde heeft een schizofrene stoornis en er is een risico op recidive, vooral in de vorm van stalkinggedrag. Het hof heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd, maar dat dit niet betekent dat er na dat jaar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging kan worden verwacht.

Uitspraak

TBS P21/0200
Beslissing van 25 november 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [kliniek] (hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 1 juni 2021. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en afwijzing van het verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden tot afgifte van een zorgmachtiging.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank, en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van het instellen van beroep op 3 juni 2021;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 27 oktober 2021, met als bijlage de wettelijke aantekeningen betreffende de periode van 6 juli tot en met 30 september 2021.
Het hof heeft ter zitting van 11 november 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door haar raadsman, mr. M. de Klerk, advocaat te Haarlem, en de advocaat-generaal, mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde erkent dat zij meermalen [slachtoffer] heeft belaagd en dat haar gedrag jegens [slachtoffer] ongewenst was. Ook erkent de terbeschikkinggestelde dat zij kampt met psychische problematiek, al is zij het niet eens met de diagnose die de kliniek heeft gesteld. Eind oktober 2021 heeft de terbeschikkinggestelde ingestemd met het voorstel van de kliniek wat betreft de behandeling en het medicatiegebruik.
De terbeschikkinggestelde heeft verzocht om de reclassering een onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Daarnaast heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om een nader onderzoek te laten verrichten door drs. [deskundige 1] , psychiater, en drs. [deskundige 2] , psycholoog, dan wel deze personen te horen als deskundige. Deze gedragsdeskundigen dienen te beoordelen of de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt wat betreft haar psychiatrische toestandsbeeld. Ook heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om drs. [deskundige 3] te horen als deskundige, omdat diegene onwaarheden heeft verteld en kan verklaren over het verloop van het verlof.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen toewijzing van het verzoek om een onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van de overheidswege, aangezien die stap op dit moment nog niet kan worden gezet. Wel is het positief dat een behandelovereenkomst tot stand is gekomen. De kliniek heeft geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, maar de duur van de terbeschikkingstelling is gemaximeerd, waardoor deze van rechtswege eindigt na vier jaren. Met het oog op een geleidelijke uitstroom is het wenselijk dat na een jaar opnieuw wordt beoordeeld of de terbeschikkinggestelde toe is aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het hof tot een ander oordeel komt wat betreft de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Indexdelict
Bij arrest van 9 april 2019 heeft het gerechtshof Amsterdam de terbeschikkinggestelde veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege, ter zake van belaging.
De opleggingsrechter heeft bepaald dat dit geen misdrijf is dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit brengt mee dat de totale duur van de maatregel beperkt is tot vier jaar.
Afwijzing van verzoeken van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft verzocht om nader onderzoek te laten verrichten door de reclassering. Ook heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om nader onderzoek te laten verrichten door psychiater drs. [deskundige 1] en psycholoog drs. [deskundige 2] , dan wel deze personen te horen als deskundige. Verder heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om drs. [deskundige 3] te horen als deskundige. Het hof zal al deze verzoeken afwijzen. Op basis van de aanwezige informatie acht het hof zich voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. De noodzakelijkheid van de verzochte onderzoeken of het verzochte verhoor is niet gebleken. De enkele stelling van de terbeschikkinggestelde dat het verlengingsadvies niet juist is, vormt onvoldoende reden om tot nader onderzoek over te gaan of deskundigen te horen. De ontwikkeling die de terbeschikkinggestelde heeft doorgemaakt, worden voldoende beschreven in het verlengingsadvies. Gelet op het navolgende is een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege niet aan de orde.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek van 2 april 2021 blijkt het volgende.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van schizofrenie. Daarnaast is sprake van zowel formele als inhoudelijke denkstoornissen (paranoïde beïnvloedings-, betrekkings- en erotomane wanen) en hallucinaties.
De terbeschikkinggestelde voelt zich vanuit haar paranoïde wanen en complottheorieën chronisch belaagd, bedreigd en benadeeld (bijv. door familie, ex-partner, politie, hulpverlening of politiek). In een poging deze dreiging het hoofd te bieden, gaat zij de strijd aan door op een obsessieve manier contact te zoeken met de vermeende aanstichter(s) van dit onrecht. Hierdoor ontstaat een risico op stalkinggedrag.
Een ander scenario waarin een risico op stalking ontstaat, komt voort uit haar grote behoefte aan contact en haar neiging om snel verliefd te worden. Gedrag van een ander wordt door haar anders geïnterpreteerd dan hoe het is bedoeld, waardoor de terbeschikkinggestelde mogelijk het idee krijgt dat haar interesse of verliefdheid wederzijds is. Zij heeft dan moeite met adequaat reageren en kan zich op een obsessieve manier gaan bezighouden met de ander. Wanneer de ander hier vervolgens niet of afwijzend op reageert, worden deze signalen onvoldoende en/of vervormd waargenomen door de terbeschikkinggestelde. Haar paranoïde overtuigingen nemen toe en ze zal doorgaan met het zoeken van contact om haar gelijk te halen.
Bij het abrupt wegvallen van het kader van zorg en toezicht wordt het recidiverisico op stalkinggedrag en gewelddadig gedrag als matig tot hoog geschat.
Het hof heeft geen reden te twijfelen aan het onderzoek, de bevindingen en de conclusies van de kliniek. Het advies wordt ondersteund door de aanvullende informatie van de kliniek. Daaruit blijkt dat in de kliniek sprake is geweest van delictdynamiek, en wel in de richting van haar toenmalige advocaat. Het hof acht daarom de stoornis en het recidiverisico aanwezig zoals hierboven beschreven.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Naar het oordeel van het hof eist het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof stelt vast dat er sprake is van een terbeschikkingstelling met een maximale duur van vier jaren, waarvan al ruim twee jaren zijn verstreken. Verder is sprake van een zeer recente positieve ontwikkeling in het behandeltraject, met name door de totstandkoming van een behandelovereenkomst. De consequenties van deze ontwikkelingen voor het traject van behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde zijn op dit moment niet duidelijk. Deze combinatie van omstandigheden geven het hof aanleiding om de terbeschikkingstelling te verlengen met slechts één jaar.
Aan deze verlenging met één jaar mag niet de verwachting worden ontleend dat na verloop van dat jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 1 juni 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Wijst af hetverzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Wijst afhet verzoek tot nader onderzoek door drs. [deskundige 1] , psychiater, en drs. [deskundige 2] , psycholoog.
Wijst afhet verzoek om drs. [deskundige 3] te horen als deskundige.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. D. Visser, raadsheren,
dr. E.M.M. Mol en drs. I. Breukel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 25 november 2021 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Lensing en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.