Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
beideouders zal worden aanvaard.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het ouderlijk gezag over de minderjarige [de minderjarige1], geboren in 2018. De moeder, die tot de bestreden beschikking van 3 november 2020 alleen het ouderlijk gezag uitoefende, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die het gezamenlijk gezag met de vader had vastgesteld. De vader heeft een problematische relatie met de moeder, gekenmerkt door conflicten en huiselijk geweld, wat heeft geleid tot een ondertoezichtstelling van de minderjarige door de gecertificeerde instelling Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. Het hof heeft vastgesteld dat er een reëel risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen zonder hulp van de GI. De vader heeft geen vertrouwen in de hulpverlening en vertoont agressief gedrag, wat de veiligheid van de moeder en het kind in gevaar brengt. Het hof heeft daarom het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag afgewezen, in het belang van de minderjarige. De moeder is verplicht om de vader te informeren over het wel en wee van de minderjarige, wat een bron van conflicten kan zijn. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van het kind en de verzorgende ouder bij beslissingen over ouderlijk gezag.