Nadat de machtiging ontvangen was, gaven wij eenieder de laatste kans om de persoon in de woning aan ons over te dragen gezien er kinderen in de woning waren wilden wij voorkomen dat het zou gaan escaleren. Ik zag dat verdachte [naam3] en verdachte [verdachte] en betrokkene [naam2] naar de voordeur liepen. Ik zag dat verdachte [naam3] de woning inliep, de voordeur achter zich dicht deed. Ik zag middels de schaduw van het raam in de voordeur dat verdachte [naam3] de knippen op de voordeur deed. Ik zag dat betrokkene [naam2]
en verdachte [verdachte] voor de voordeur bleven staan. Ik hoorde dat collega
[verbalisant2] met luide stem riep dat de voordeur geopend moest worden of anders geweld
zou worden gebruikt om de deur te openen en hoorde mijn collega aftellen vanaf 3.
Ik zag dat de voordeur bij 1 van de knip werd gehaald. Ik zag dat verdachte [naam3]
de voordeur opende. Ik zag dat er 2 collega's waren aangesloten bij de voordeur. Ik
zag dat verdachte [verdachte] ons belemmerde om de woning in te lopen door voor de
voordeur te gaan staan. Ik zag dat ze haar benen spreidde en haar armen. Ze vormde
met haar armen en benen een X. Op basis van het recalcitrante gedrag dat
verdachte [verdachte] en verdachte [naam3] aan ons had vertoond was het voor mij
duidelijk dat ze niet zouden meewerken aan mijn bevelen. Ik riep naar verdachte [verdachte]
dat ze ons belemmerde in onze rechtmatige uitoefening van onze taak en als ze
niet aan de kant zou gaan zou worden aangehouden. Ik zag dat ze bleef staan en geen
gehoor gaf aan mijn waarschuwing. Hierop heb ik verdachte [verdachte] aangeroepen dat ze was aangehouden en heb haar aan haar arm gepakt en met kracht bij de voordeur
vandaan getrokken en overgegeven aan mijn collega’s [verbalisant5] en [verbalisant6] . Ik zag dat zij de
verdachte van mij overnamen en boeiden.