Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een machtigingsverzoek van de curator tot wijziging van de huwelijkse voorwaarden van verzoeker. Verzoeker en verweerster2 zijn in 1982 getrouwd en hebben huwelijkse voorwaarden opgesteld die een uitsluiting van gemeenschap van goederen bevatten. In 2008 zijn deze voorwaarden gewijzigd, maar verzoeker heeft in 2018 geprobeerd deze voorwaarden te vernietigen. De curator heeft toestemming gevraagd om de huwelijkse voorwaarden te wijzigen, wat door de kantonrechter in eerste aanleg is goedgekeurd. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de vernietiging van de huwelijkse voorwaarden eerst moet worden beoordeeld voordat tot wijziging kan worden overgegaan. Het hof heeft geoordeeld dat de huwelijkse voorwaarden geldig zijn en dat de wijziging in het belang van alle betrokkenen is. De grieven van verzoeker zijn afgewezen, en de beschikking van de kantonrechter is bekrachtigd. De curator is gemachtigd om de benodigde notariële akte te tekenen in plaats van verzoeker, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.