Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3. De beoordeling
‘(..) Meneer heeft een cruciale vraag over de status van een aantal overeenkomsten. Hij zoekt naar iemand die kan meekijken en advies kan geven. (..)’
‘dat Bobo een soort investerings BV is van een tandarts ( [naam1] ), dat vanuit die BV een lening is verstrekt aan een privé persoon ( [naam4] ), die een CV heeft opgericht waarin die lening als stille vennoot is ingebracht, dat die CV later is omgezet in een BV en dat het daarna is misgegaan en er problemen zijn ontstaan’. [naam3] gaf aan graag de mening van [naam2] te hebben over de vraag of nog sprake was van een persoonlijke lening.
‘apr. 2008 CV Maritiem Noord, [naam4] beherend, [naam1] stil’en
‘mei ’12 Maritiem Noord BV’. Bij het gesprek is verder ter sprake gekomen dat [naam3] namens Bobo in onderhandeling was met [naam4] en dat aan de zijde van [naam4] de onderhandelingen werden gevoerd met diens accountant ( [naam5] ).
‘Afwikkeling discussie [naam1] vs [naam4] ’.
“(..) Het moge duidelijk zijn dat e.e.a. tussen partijen niet zo is gelopen als gewenst. Op vele punten is e.e.a. misgegaan. We willen zoeken naar een oplossing die recht doet aan de situatie. In deze e-mail een ruwe eerste harde schets/aanzet hiervoor. Inmiddels heb jij (…) beter zicht op de financiële situatie van Maritiem Noord BV en [naam4] privé. Het moge duidelijk zijn dat de verdiensten van [naam4] in de toekomst vooral moeten komen vanuit Aqua Safety BV. (..) Maritiem Noord is een aflopende zaak, vanwege aanhoudende verliezen. Partijen hebben in 2012 besloten om te herstructureren. Mijn conclusie is dat deze herstructurering zeer slecht en onzorgvuldig is uitgevoerd. (..) Mijn voorstel is om in dit kader vast te stellen dat [naam4] Holding haar tegenpartij BoBo Investments BV uiteindelijk geheel heeft uitgekocht. Daarmee moet [naam4] Holding BV nog een koopsom voldoen aan BoBo Investments BV. Deze koopsom is echter nooit vastgesteld en nooit betaald. Kunnen jullie je vinden in een dergelijke benadering? (…)”
‘Çasus Bobo Investments (BoBo) versus [naam4] ’.In deze memo worden de volgende data en feiten vermeld:
‘1. Kopdatum 8 december 2009, datum ondertekening 11 maart 2008Overeenkomst van lening gesloten tussen Bobo Investments B.V. en [naam4] . Betreft € 150.000 met een jaarlijkse rentevergoeding van 8%.(..)2. 15 april 2008 Commanditaire Vennootschap Maritiem Noord CV opgericht(..)3. 10 december 2009Overeenkomst van lening gesloten tussen Bobo Investments B.V. en [naam4] .betreft € 150.000 met een jaarlijkse rentevergoeding van 8% (…)(…)(NB. Dit zal de enigszins verbeterde versie zijn van de ad 1 genoemde lening)(..)6. 31 mei 2012Oprichting besloten vennootschappen [naam4] Holding B.V. en Maritiem Noord B.V.Bijzonder feit: “Namens de vennootschap is met de oprichter overeengekomen dat de oprichter de door hem genomen aandelen zal volstorten door inbreng in de vennootschap door inbreng van zijn aandeel in de commanditaire vennootschap Maritiem Noord CV (..)”(..)8. RentebetalingenIn totaal is er (alleen in de jaren 2015, 2016 en 2017) € 17.250 betaald door Maritiem Noord aan Bobo Investments. Doorgaans met vermelding “rente” en steeds het bedrag van € 750. Kennelijk een maandbedrag dat niet overeenkomt met 8% van de oorspronkelijke hoofdsom.(..)De vraag, c.q. de casus op basis van deze informatie* Op welke persoon, c.q. rechtspersoon heeft BoBo Investments nog een vordering, c.q. is [naam4] in privé nog aansprakelijk voor de nakoming van de oorspronkelijke lening?* Als dat helder is, hoe hoog is de vordering die BoBo op dit moment nog heeft?’
“(..) Zoals besproken zal in dit stadium de keuze tussen een geldleningovereenkomst en een aandeel van de heer [naam1] in een onverdeelde boedel (Aquasafety) niet worden gemaakt. Ik zou een reactie op het bericht van de heer [naam5] van 1 juni 2018 redigeren, die u zou kunnen verzenden.(volgt: concept bericht)
(…)”
‘schrijven concept’. Bobo heeft de factuur zonder protest behouden en voldaan.
“(..) U geeft aan nog stukken nodig te hebben. [naam3] geeft aan dat u reeds kopieën moet hebben van de rentebetalingen. Ik zal proberen een afschrift te vinden waarop de transactie staat van de 150.000,00 richting Maritiem Noord. Uw bevestiging van onze afspraak a.s. dinsdag 11/9 om 13.00 uur zie ik tegemoet. [naam3] zal daarbij aanwezig zijn. (..)”
”(..) Uit de mij ter beschikking staande stukken blijkt het volgende. (…) Met name de CV-overeenkomst (met een inbreng van u van 150k) en de geldleningovereenkomsten (beide van 150k) zijn strijdig met elkaar, omdat ik van de heer [naam3] begreep dat er slechts éénmaal 150k door u is overgeschreven. Voorts valt op dat bij vrijwel alle documenten de datering niet klopt (…) Gelet op deze vele onregelmatigheden, heb ik al bijna een maand geleden verzocht om bewijsstukken (bijvoorbeeld bankafschriften), van zowel de overschrijving van 150k in 2008 alsook van de vermeende rentebetalingen in 2015, 2016 en 2017. Zodoende kan ik de titel (grondslag) vaststellen. Volgens uw bericht zijn de afschriften van de rentebetalingen al in mijn bezit. Dit is onjuist. Ik beschik nog altijd niet over deze bankafschriften (…) en kon eerst gistermiddag met de heer [naam3] hierover spreken. Van hem begreep ik dat het klopt dat ik de bankafschriften niet heb en dat ik slechts over een tabel (…) beschik. Maar dat is dus niet voldoende om de titel ook daadwerkelijk vast te stellen en dus ook niet om een eventueel conservatoir beslag te leggen. (…) Hedenmiddag hebben wij een afspraak gepland om de zaak inhoudelijk te bespreken (..). Om dat deugdelijk te kunnen doen, dien ik over de gevraagde bankafschriften te beschikken. (…) heeft een gesprek vanmiddag geen zin. Daarom (…) nodig u – nadat ik over de noodzakelijke bescheiden beschik – uit om een nieuwe afspraak te maken (..)”
“(…) Het heeft lang moeten duren maar in de bijlage een overzicht, gekregen van de SNS bank, waarin betreffende 150000 euro te zien is. (..) Ik wacht nog op de afschriften van het rekening nummer waar dit bedrag naar toe is gegaan en waar de rente betalingen van [naam4] op gestort zijn. (..)”
“(…) Ik zie inderdaad op 8 augustus 2008 een overschrijving naar een tegenrekening (..) Het is inderdaad belangrijk om te weten van wie deze rekening is en waar het geld naartoe is gegaan. Ik heb u eerder in overweging gegeven om – wanneer er geen aanwijsbare verhaalsmogelijkheden zijn – alleen te gaan dagvaarden (dus de zaak zonder voorafgaand beslag aanhangig te maken bij de rechtbank). (..)”
“(..) Wanneer kunt u tot beslaglegging overgaan? Ik wil dat er beslag wordt gelegd op de aandelen in Aqua Safety en onroerend goed (..) Ik wil dat alle middelen worden aangegrepen om dhr. [naam4] een lastige toekomst te bezorgen. (…)”
‘BoBo/ [naam4] ’(prod. 13 cva) bericht mr. Brakke van Maet Advocaten (verder: Brakke) aan [naam2] :
“(..) Tot mij wendde zich BoBo Investments B.V. met het vriendelijk verzoek haar belangen te behartigen in bovengenoemde kwestie en de zaak van u over te nemen. Ik ga ervan uit dat u hiertegen geen bezwaar heeft en verzoek u dan ook vriendelijk mij het dossier te doen toekomen. (..) ”
“(…) Cliënte stelde mij de nodige stukken ter hand waaronder een tweetal facturen van uw onderneming met de nummers 18096 van 20 augustus 2018 alsmede 181902 van 27 augustus 2018. Cliënte heeft deze facturen voldaan, waarbij cliënte ervan uitging dat u de toegezegde werkzaamheden zou verrichten. U heeft dit evenwel niet gedaan. Cliënte heeft u verzocht om haar juridisch te adviseren, stukken te maken alsmede over te zullen gaan tot het leggen van beslag. Cliënte heeft tot op heden evenwel niets van u mogen ontvangen, behalve een tweetal facturen. (..) Op grond van het vorenstaande is cliënte van mening dat u toerekenbaar tekort bent gekomen in de nakoming van de op u rustende verplichtingen. Ex art. 6:74 bent u aansprakelijk voor alle door cliënte dientengevolge geleden schade. (..).”Brakke noemt in zijn brief voorts het bij de facturen aantal in rekening gebrachte uren extreem en/of niet juist. Verder merkt hij op dat de kosten waarvoor een voorschot van € 1.500,= in rekening is gebracht, niet zijn gemaakt.
- partijen het er in elk geval over eens zijn dat Trodan door Bobo is benaderd voor advies;
- Trodan met een flink aantal door haar overgelegde producties de stelling van Bobo heeft weerlegd dat door haar
- de vordering van Bobo daarom als ongegrond moet worden afgewezen; (r.o. 4.2 vs)
- de vraag of partijen nog verdere afspraken hebben gemaakt, onbesproken kan blijven nu niet gesteld of gebleken is dat Trodan voor dergelijke verdere werkzaamheden bedragen in rekening heeft gebracht (r.o. 4.3 vs);
- Bobo haar stelling, dat zij schade heeft geleden doordat Trodan niet de afgesproken werkzaam heeft verricht, niet nader heeft onderbouwd; dat Bobo als schade immers het bedrag vordert dat zij voor de wel uitgevoerde werkzaamheden heeft betaald; dat niet is gesteld of gebleken dat Bobo door het achterwege laten van opgedragen, niet verrichte en niet in rekening gebrachte, werkzaamheden andere schade heeft geleden (r.o. 4.3 vs);
- op de stelling van Bobo dat Trodan voor de uitgevoerde werkzaamheden meer uren in rekening heeft gebracht dan zij daarvoor in rekening had mogen brengen, niet wordt ingegaan, nu Bobo ten onrechte heeft aangevoerd dat door Trodan in het geheel geen werkzaamheden zijn verricht, waarmee de grondslag aan haar vordering is komen te ontvallen (r.o. 4.3 vs).
- primair van mening is dat Trodan niet de overeengekomen werkzaamheden heeft verricht en uit hoofde van onverschuldigde betaling het aan Trodan betaalde terugvordert;
- subsidiair stelt dat Trodan toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van de overeenkomst tot dienstverlening en zij het aan Trodan betaalde bedrag vordert als schadevergoeding;
- meer subsidiair stelt dat de door Trodan verrichte werkzaamheden niet in verhouding staan tot de door Trodan in rekening gebrachte bedragen.
Ik wil dat alle middelen worden aangegrepen om dhr. [naam4] een lastige toekomst te bezorgen. –geeft, na het ontraden van een beslag bij onvoldoende aanwijsbare verhaalsmogelijkheden door [naam2] in zijn eerdere email van diezelfde datum, weinig blijk van (vertrouwen van Bobo in) een daadwerkelijke verhaalsmogelijkheid. Uit de toelichting van Bobo van de schade moet verder worden geconcludeerd dat Brakke na diens overname van de zaak evenmin verhaal van de vordering van Bobo op de/een wederpartij heeft kunnen realiseren.
Voor integrale vergoeding van proceskosten kan – afgezien van bijzondere gevallen als hiervoor bedoeld - plaats zijn indien sprake is van misbruik van procesrecht door de wederpartij of anderszins onrechtmatig handelen bij het instellen of voeren van een procedure. De grondslag voor de vergoeding is dan echter vergoeding van schade ten gevolge van onrechtmatig handelen, zodat de partij die een dergelijke schadevergoeding verlangt een daartoe strekkende vordering zal dienen in te stellen.