Het hof stelt voorop dat het beheer van de wegen (infrastructuur) en gebouwde voorzieningen tot de verplichtingen van de Stichting behoort. Op grond van de beheerovereenkomst is de Stichting gerechtigd in de beheervergoeding op te nemen de kosten van de werkzaamheden die bij die verplichtingen horen of daarmee verband houden. In de beheerovereenkomst is expliciet opgenomen dat huisvestingskosten en kosten van infrastructuur voorbeelden zijn van kosten die met beheerwerkzaamheden verband houden. Verder heeft [appellant] , net als de andere eigenaren, er belang bij dat de beheerkosten voor het gebruik van de wegen en de gebouwde voorzieningen in het recreatiepark redelijk zijn.
Ten tijde van het aangaan van de beheerovereenkomst waren de wegen en gebouwde voorzieningen in eigendom van Emslandermeer BV, en bracht Emslandermeer BV de beheerkosten voor die onderdelen aan de Stichting in rekening, die vervolgens die kosten als onderdeel van de beheervergoeding aan de eigenaren doorbelaste.
In 2014 ontstond door het faillissement van Emslandermeer BV en de verkoop van de wegen en gebouwde voorzieningen door de curator aan een derde een nieuwe situatie. De doorbelasting van de kosten van Emslandermeer BV viel weg. Daarvoor in de plaats dreigde een derde als nieuwe eigenaar te komen, waarbij onduidelijk was of, onder welke voorwaarden en tegen welke kosten die derde het beheer van de wegen en de gebouwde voorzieningen aan de eigenaren zou geven. De Stichting heeft in die situatie besloten tot aankoop van de wegen en de gebouwde voorzieningen. Op zichzelf was de Stichting daartoe op grond van de statuten bevoegd. De Stichting heeft gemotiveerd onderbouwd dat die aankoop in het belang van alle eigenaren is geweest. Op deze wijze zijn mogelijk substantiële beheerkosten van een derde voor het gebruik van de wegen en gebouwde voorzieningen voorkomen. Verder is de aankoop door de Stichting zodanig geschied dat de financiële lasten en risico’s beperkt zijn. Met de aankoop is het beheer van de wegen en gebouwde voorzieningen bij de Stichting gekomen. De financieringslast voor de infrastructuur en gebouwde voorzieningen is een kostenpost die voldoende verband houdt met beheerwerkzaamheden en kan daardoor als beheerkosten in rekening worden gebracht. De Stichting heeft dat gedaan. De uitkomst daarvan is dat de eigenaren tegen redelijke kosten gebruik kunnen maken van de wegen en gebouwde voorzieningen, die door de Stichting worden beheerd.
Door de eigendomssituatie is in de opbouw van de beheerkosten een wijziging gekomen. Oorspronkelijk behoorde tot de beheervergoeding de kosten voor wegen en gebouwde voorzieningen die Emslandermeer BV daarvoor aan de Stichting in rekening bracht. Na het faillissement en verkoop aan eerst een derde en vervolgens aan de Stichting vielen die kosten uit de beheervergoeding weg. Daarvoor kwamen in de plaats de beheerkosten van de Stichting.
In de kosten zijn de kosten van financiering en aflossing een component. De daadwerkelijke kosten worden jaarlijks aan de eigenaren doorbelast. Hiervoor is in de begroting van 2015 een post opgenomen. Een ruime meerderheid van de vergadering van participanten (95 stemmen voor en 45 stemmen tegen) heeft die begroting op de vergadering van 15 november 2014 goedgekeurd. Het bestuur van de Stichting was daarmee op grond van de beheerovereenkomst gerechtigd per woning de kosten van die post bij de individuele eigenaren als onderdeel van de beheervergoeding in rekening te brengen. Dat sluit ook aan bij wat partijen in de beheerovereenkomst hebben afgesproken en de manier waarop zij vervolgens aan die afspraken uitvoering hebben gegeven. In de beheerovereenkomst is – onder meer – vastgelegd dat de Stichting er op toeziet dat de gebouwde voorzieningen geopend zullen zijn en dat de wegen die aan de eigenaren ter beschikking komen goed beheerd zullen worden. Ook is afgesproken dat hiervoor kosten in rekening gebracht zullen worden en dat is ook steeds gebeurd. De kosten die verband houden met het in eigendom hebben van de gebouwen en wegen zijn op deze manier van het begin af aan (via Emslandermeer BV) doorbelast. Na de aankoop door de Stichting worden diezelfde kosten door de Stichting doorbelast.
Het hof weegt mee dat niet gesteld of gebleken is dat dit tot een substantiële verhoging van de beheervergoeding heeft geleid. Of [appellant] al dan niet gebruik maakt van de wegen en de gebouwde voorzieningen is op grond van artikel 3.3 van de beheerovereenkomst voor de hoogte van de door hem te betalen beheervergoeding niet relevant.
Grief 4 faalt hiermee.