2.2.In het tussenarrest van 27 september 2016 heeft het hof geoordeeld dat hetgeen [appellante] primair en subsidiair heeft gevorderd niet toewijsbaar is. In het tussenarrest van
27 juni 2017 heeft het hof partijen onder meer verzocht zich uit te laten over de vraag of er nog andere in verdeling te brengen goederen tot de onverdeeldheid behoren. [appellante] heeft zich hierover uitgelaten in haar akte van 22 augustus 2017 (herhaald in haar memorie na deskundigenbericht van 19 mei 2020). Bij akte van (roldatum) 16 december 2020 heeft [appellante] vervolgens haar (meer subsidiaire) eis dienovereenkomstig gewijzigd. Deze eis is komen te luiden:
“1. Een verklaring voor recht dat bij een toedeling tussen partijen (appellante en geïntimeerden) van de onroerende zaken gewaardeerd door de deskundigen en opgenomen in het deskundigenbericht de door de deskundigen aangegeven waarderingen wordt aangehouden.
2.
Primair:[geïntimeerde1] te veroordelen (ter zake de niet getoonde factuur inzake het versnipperen) aan [appellante] en aan [geïntimeerde2] ieder te betalen € 333,33 (in beide gevallen 1/3 van € 1.000) te vermeerderen met de wettelijke rente sinds 23 februari 2013, dan wel een door uw hof in goede justitie te bepalen datum; en
Subsidiair:alsnog alle onderliggende stukken te verstrekken ter zake de door [geïntimeerde1] verrichtte betalingen over de periode 1 september 2011 tot en met 31 december 2012, en wel op straffe van een dwangsom van € 500 per dag vanaf twee weken na betekening van het arrest, totdat er integraal inzage over deze periode is verstrekt.
3. Vervolgens vast te stellen dat de (resterende) bijzondere gemeenschap, zijnde de nalatenschap van [erflater] , overleden [in] 2008, bestaat uit:
a. de 100% aandelen in Schildersbedrijf [naam1] BV, waarde vast te stellen op € 6.800 (latende AB claim € 1.785);
b. de 100% aandelen in [naam2] Vastgoed BV, waarde vast te stellen op € 1.497.737 (latende AB claim € 393.274), doch vermeerderd met na te melden € 22.657,60 te vermeerderen met na te melden rente en met na te melden € 10.000, te vermeerderen met na te melden rente (als ook de te berekenen Vpb en AB claim daarover);
c. het saldo op de bankrekening van erflater, voor [appellante] pro memorie;
d. de vordering op [geïntimeerde2] ten bedrage van € 70.000 te vermeerderen met de samengestelde wettelijke rente sedert 25 januari 2008 subsidiair per een door uw hof in goede justitie te bepalen datum;
e. de vordering op [geïntimeerde1] ten bedrage van € 253.070, dan wel een door uw hof in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de samengestelde wettelijke rente vanaf 8 juni 2008 per de eerste € 1.750 en zo maandelijks oplopend over telkens € 1.750 meer, dan wel per een door uw hof in goede justitie te bepalen datum.
4. Een verklaring voor recht dat de vordering van [naam2] Vastgoed BV op de besloten vennootschap Staringsoord Vastgoed BV terzake de niet-conforme makelaarscourtage € 22.657,60 bedraagt, althans een door uw hof in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente primair sedert
14 februari 2008, subsidiair sedert 5 september 2017, en [geïntimeerde2] te veroordelen ervoor zorg te dragen dat deze vordering binnen twee weken na betekening van het arrest integraal (te vermeerderen met de rente) is gestort op de rekening van [naam2] Vastgoed BV), subsidiair te bepalen dat met deze schuld van Staringsoord Vastgoed BV ten laste van [geïntimeerde2] in de verdeling rekening wordt gehouden en zal
worden verrekend ten laste van hem.
5. Een verklaring voor recht dat de vordering van [naam2] Vastgoed BV op [geïntimeerde2] ter zake onjuist in rekening gebrachte directeursfee € 6.000 en € 4.000 bedraagt, althans een door uw hof in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente primair over € 6.000 sedert 1 januari 2010 en over € 4.000 sedert 1 januari 2011, subsidiair sedert 5 september 2017; en
[geïntimeerde2] te veroordelen ervoor zorg te dragen dat deze vordering binnen twee weken na betekening van het arrest integraal (te vermeerderen met de rente) is gestort op de rekening van [naam2] Vastgoed BV, subsidiair te bepalen dat met deze schuld van [geïntimeerde2] in de verdeling rekening wordt gehouden en zal worden verrekend ten laste van hem.
6. Bij de verdeling van de nalatenschap:
a. aan [geïntimeerde1] toe te delen de vordering op haar vanwege de te lage gebruiksvergoeding;
b. aan [geïntimeerde2] toe te delen de vordering op hem ter zake de gestalde € 70.000.
7. Teneinde tot een verdere verdeling van het resterende vermogen over te kunnen gaan:
a. aan partijen op te leggen een via Microsoft Teams uit te roepen vergadering van aandeelhouders inzake [naam2] Vastgoed BV, waarbij zij de beslissing nemen € 245.000 uit te dividenden, op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag ten gunste van de overige deelgenoten indien een van de deelgenoten binnen twee weken na betekening van het te dezen te wijzen arrest in onderling overleg niet meewerkt;
b. Aan [geïntimeerde2] in zijn hoedanigheid van directeur van [naam2] Vastgoed BV op te leggen tot uitkering over te gaan aan de deelgenoten van de bedragen zoals besloten op de hierboven aangegeven vergadering van aandeelhouders, en wel op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag indien hij in gebreke blijft.
8. Een verklaring voor recht dat de overige gemeenschappelijke bezittingen van partijen bij een verdeling tussen partijen als waarde dient te worden aangehouden:
[adres1] 67.350
[adres2] naast 2 C2485 200.000
[adres2] naast 8a C2962 60.000
[adres2] tussen 8b en 8c C3422 0
[adres3] C3356 0
[adres4] voor 8 en 10 C2957 50.000
9. Aan de verschenen procespartijen bij arrest een termijn van twee weken te geven waarbinnen zij aan het hof een voorkeur ter zake de toedeling van alle resterende onroerende zaken, die niet toebehoren aan [naam2] Vastgoed BV en de 100% aandelen in [naam2] Vastgoed BV moeten kenbaar maken, en wel in dier voege:
dat zij moeten aangeven wat hun eerste, tweede enzovoort keuze is ter zake de onroerende zaken (niet eigendom van de BV) en de 100% aandelen in [naam2] Vastgoed BV én wat zij uitdrukkelijk niet toebedeeld wensen te krijgen, welke voorkeur zij pas aan de anderen kenbaar hoeven te maken zodra op de zogenaamde digitale rol is verwerkt dat de binnenkomst van de akte betreffende de keuze van de anderen is aangetekend,
waarnaar vervolgens het hof het lot laat beslissen indien meer dan één van partijen ter zake een bepaalde onroerende zaak of ter zake de aandelen dezelfde volgorde heeft aangegeven;
de onroerende zaken en/of aandelen welke geen der verschenen partijen toebedeeld wenst te krijgen toe te delen aan [geïntimeerde2] ,
verder te bepalen dat indien een deelgenoot in het kader van deze verdeling (en rekening houdende met de toedelingen aan [geïntimeerde2] en [geïntimeerde1] hiervoor sub 6 verwoord en de subsidiaire verrekeningen sub 4 en 5), is overbedeeld hij of zij gehouden is bij de notariële toedeling de overbedelingsvergoeding aan de overige deelgenoten uit te keren.
10. Aan partijen op te leggen, op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag ten gunste van de overige deelgenoten, indien een van de deelgenoten binnen twee weken na betekening van het te dezen te wijzen arrest in onderling overleg niet meewerkt aan een via Microsoft Teams uit te roepen vergadering van aandeelhouders inzake Schildersbedrijf [naam1] BV, waarbij zij de beslissing nemen tot liquidatie van de vennootschap en [geïntimeerde1] aanwijzen als bewaarder van de administratie.”