In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is de man in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, waarin de kinderalimentatie en zorgregeling voor de minderjarige kinderen zijn vastgesteld. De man heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie, wat heeft geleid tot de bevestiging van de eerdere beschikking. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 465,- per maand moest betalen voor de kinderalimentatie, die later verlaagd werd naar € 357,-. De man betoogde dat hij geen draagkracht had om deze alimentatie te voldoen, maar het hof oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd van zijn financiële situatie. De man had geen recente inkomstengegevens overgelegd en zijn verklaringen over zijn schulden en uitgaven waren niet onderbouwd. Het hof concludeerde dat de man in staat was om de vastgestelde kinderalimentatie te betalen, omdat hij geen deugdelijke gegevens had verstrekt die zijn beweringen konden ondersteunen. Daarnaast werd de zorgregeling, die in het ouderschapsplan was vastgelegd, niet gewijzigd. De man had verzocht om aanpassingen in de zorgregeling, maar het hof wees deze verzoeken af, aangezien de bestaande regeling goed functioneerde. De beslissing van het hof was om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen en de proceskosten te compenseren, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.