ECLI:NL:GHARL:2021:10334

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
8 november 2021
Zaaknummer
21-005076-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep, namelijk 23.938 gram, op 15 november 2018. De politierechter had de verdachte eerder een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand opgelegd, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer, op overtuigende wijze was betrokken bij de hennep die in zijn nabijheid werd aangetroffen. De bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van verbalisanten en DNA-onderzoek, wezen erop dat de verdachte opzettelijk de hennep aanwezig had. Het hof heeft ook rekening gehouden met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De uitspraak benadrukt de gevolgen van het handelen in strijd met de Opiumwet en de impact van drugshandel op de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005076-19
Uitspraak d.d.: 28 oktober 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 30 september 2019 met parketnummer 18-132819-19 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 14 oktober 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot veroordeling van verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 150 uren te vervangen door 75 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. U. van Ophoven, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter voornoemd heeft verdachte ter zake van – kort gezegd – het aanwezig hebben van 7000 gram hennep op 15 november 2018 te [plaats] , veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf voor de duur van 120 uren te vervangen door 60 dagen hechtenis. Verder is de teruggave gelast van de onder verdachte inbeslaggenomen goederen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 november 2018 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 23991 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze hieronder zijn opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof heeft allereerst acht geslagen op de verklaring van verbalisant, [verbalisant1] die verklaart op de bank in de woonkamer een grote boodschappentas naast verdachte te hebben aangetroffen waarin openlijk zichtbaar hennep lag. Verbalisanten [verbalisant2] en [verbalisant3] maken eveneens melding van het aantreffen van de tas op de bank. Ook verbalisanten [verbalisant4] , [verbalisant5] en [verbalisant6] zagen een grote boodschappentas waarin twee grote doorzichtige zakken gevuld met henneptoppen zaten. Het hof gaat, nu deze verklaringen van de verbalisanten op ambtseed dan wel ambtsbelofte tot stand zijn gekomen, uit van de juistheid en betrouwbaarheid daarvan.
Verdachte was weliswaar niet de bewoner van het betreffende pand, maar hij gedroeg zich vlak voor zijn aanhouding wel als zodanig, nu hij volgens zijn eigen verklaring daar de nodige tijd aanwezig was, heeft geblowd en naar de tv heeft gekeken.
Verder zijn, naast de hennep in de tas, in een kleine ruimte onder het systeemplafond in de keuken, 8 sealbags met hennep en 2 doorzichtige plastic zakken met henneptoppen aangetroffen. Op twee van deze sealbags bevond zich op de sluitstrips aan de binnen- en buitenkant een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal vier donoren, waarvan is vastgesteld dat verdachte donor kan zijn. De hypothese dat verdachte een van de vier donoren is, is zeer veel waarschijnlijker dan de hypothese dat het DNA afkomstig is van vier onbekenden. Het hof leidt daaruit af dat de aangetroffen hennep van een gezamenlijke partij afkomstig is.
Het hof acht, gelet op deze bewijsmiddelen, de verklaring van verdachte dat hij op het tijdstip dat de politie de woning binnenviel slechts aanwezig was voor een rendez-vous met een vriendin ongeloofwaardig. Het aantreffen van verdachte in de directe nabijheid van een tas met hennep in doorzichtige plastic zakken in combinatie met het aantreffen van verdachtes DNA in een mengprofiel op de sluitrand van gesloten sealbags die in het systeemplafond van de woning waren verstopt acht het hof redengevend voor de conclusie dat verdachte deze hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad. Het gaat dan in totaal om 23.938 gram hennep, bestaande uit de 21.848 gram in de keuken aangetroffen hennep en de 2.090 gram hennep die in de tas op de bank is aangetroffen.

Bewijsmiddelen

1. Een in de wettelijke vorm, door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen nummer PL0100-20181301706-42 d.d. 18 april 2019, pagina 23 e.v. en – net zoals de hiernavolgende bewijsmiddelen – deel uitmakend van het in de wettelijke vorm eindproces-verbaal nummer PL0100-20181301706, inhoudende:
-zakelijk weergegeven-

als relaas van verbalisant [verbalisant7] :

Op donderdag 15 november 2018 werd via de meldkamer van de politie een melding uitgegeven dat op het adres [adres1] te [plaats] een hennepplantage zou worden geoogst.
In de woning werd verdachte [verdachte] aangetroffen op de bank. Naast de verdachte stond een boodschappentas met een grote sealbag met daarin hennep.
In de woning werd een sterkte geur van hennep waargenomen in de keuken.
Boven het systeemplafond in de keuken zijn 8 grote sealbags met hennep aangetroffen.
In de woning werden (onder meer) de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
1. boodschappentas met hennep
8 grote zwarte sealbags
2 doorzichtige plastic tassen met daarin henneptoppen.
Door de forensische opsporing is onderzoek gedaan aan de sealbags uit het plafond. De inhoud werd indicatief getest en uit het onderzoek bleek het om hennep te gaan. Tevens werd het verpakkingsmateriaal onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Er werden een grote hoeveelheid vingerafdrukken en handpalmafdrukken aangetroffen en veiliggesteld.
De sealbags en twee plastic tassen welke ook waren aangetroffen boven het systeemplafond, zijn gewogen en hadden een totaalgewicht van 21848 gram.
Twee van deze sealbag pakketten werden onderzocht en bemonsterd op de aanwezigheid van humaan biologisch celmateriaal.
Na weging van de boodschappentas bleek het te gaan om een totaalgewicht van 2090 gram hennep.
2. Een in de wettelijke vorm, door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgemaakt
proces-verbaal van aanhouding nummer PL0100-20181301706-2 d.d. 16 november 2018, pagina 29 e.v., inhoudende -zakelijk weergegeven-:

als relaas van verbalisant [verbalisant1] :

Op 15 november 2018 te [plaats] hield ik op de locatie [adres1] , 9715 PP [plaats] als verdachte aan: [verdachte] . Kort na de collega’s betrad ik de woning. Ik, verbalisant, zag dat op de bank, naast de verdachte, een boodschappentas stond, een zogenaamde bigshopper van de Action. Ik, verbalisant, zag hier een grote sealbag in zitten met daarin hennep.
3. Een in de wettelijke vorm, door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen nummer PL0100-20181301706-3 d.d. 16 november 2018, pagina 64 e.v., inhoudende -zakelijk weergegeven- :

als relaas van verbalisant [verbalisant4] :

Op 15 november 2018 ben ik de woning aan de [adres1] te [plaats] binnengegaan. Bij het betreden van de woning nam ik de geur van hennep waar en ik zag dat in de woonkameer van de woning een grote boodschappentas stond waarin ik twee grote doorzichtige zakken zag geborgen, welke waren gevuld met henneptoppen.
Terwijl ik mij ophield in de woning, zag ik dat in afwijking van de rest van de vertrekken in de woning, de keuken was voorzien van een verlaagd systeemplafond. Voorts rook ik dat de hennepgeur in de keuken sterk aanwezig bleef.
Bij mij rees het vermoeden dat de ruimte tussen het systeemplafond en het vaste plafond mogelijk werd gebruikt als bergplaats voor geoogste hennep. Nadat ook nog bleek dat op de houten zitting van de enige in de woning aanwezige eetkamerstoel afdrukken van schoenzolen stonden, waardoor het vermoeden rees dat de stoel werd gebruikt om de ruimte boven het systeemplafond in de keuken te kunnen gebruiken, zijn de plafondplaten gelicht. In de ruimte boven het systeemplafond troffen wij vervolgens een groot aantal gevulde sealbags en 2 doorzichtige plastic zakken gevuld met hennepproducten aan.
4. Een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen nummer PL0100-20181301706-5 d.d. 16 november 2018, pagina 66 e.v., inhoudende -zakelijk weergegeven-:

als verklaring van verbalisanten [verbalisant2] , [verbalisant1] en [verbalisant3] :

In de woning werd verdachte [verdachte] aangehouden en werd in de woonkamer, op de bank, een boodschappentas met daarin hennep aangetroffen. Tevens werd door ons een sterke henneplucht opgemerkt.
5. Een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen nummer PL0100-20181301706-8 d.d. 16 november 2018, pagina 70 e.v., inhoudende:

als relaas van verbalisanten [verbalisant5] en [verbalisant6] :

Wij hadden op donderdag 15 november 2018 in de woning aan de [adres1] te [plaats] 8 grote zwarte niet doorzichtige plastic zakken aangetroffen boven op de platen van het systeemplafond van de keuken in de woning. met daarin meerdere transparante plastic zakken met daarin de ons ambtshalve bekende hennep. In ditzelfde systeemplafond hadden wij ook nog 2 transparante plastic zakken aangetroffen met daarin de ons ambtshalve bekende hennep. Ook hadden wij in de woonkamer van de woning een blauwe “Action’ boodschappentas aangetroffen met daarin 2 zakken voor ons ambtshalve bekende hennep. Wij hadden al deze eerdergenoemde goederen in beslag genomen en overgebracht naar het politiebureau om deze goederen te wegen middels een elektronische weegschaal. Aldaar aangekomen hadden wij als eerste de twee transparante plasticzakken met daarin de ons ambtshalve bekend hennep gewogen die wij hadden aangetroffen in de “Action” boodschappentas. Na het wegen van deze 2 zakken kwamen wij op een totaalgewicht uit van: 2090 gram.
Daarna hadden wij de andere door ons aangetroffen transparante plasticzakken met daarin de ons ambtshalve bekende hennep gewogen. Na het wegen van deze zakken kwamen wij op een totaalgewicht uit van: 21848 gram.
6. Een in de wettelijke vorm, door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, opgemaakt
proces-verbaal van aanvraag DNA-onderzoek nummer PL0100-20181301706-45 d.d. 7 februari 2019, pagina 116 e.v., inhoudende -zakelijk weergegeven-:

als relaas van verbalisant [verbalisant8] :

Op 15 november 2018 werd in een woning aan de [adres1] in [plaats] enkele bigshoppers met daarin vermoedelijk verdovende middelen en een in verschillende afgesloten zakken verpakte hoeveelheid, 22 kilo, hennep aangetroffen achter de plafondplaten. Aan de volgende SVO’s dient onderzoek te worden verricht:
SIN: AAMD5758NL, Plaats veiligstellen: sluitrand (binnen- en buitenzijde) (zak 950)
SIN: AAMD5759NL, Plaats veiligstellen: sluitrand (binnen- en buitenzijde) (zak 1000)
7. Een deskundigenrapport afkomstig van The Maastricht Forensic Institute, zaaknummer
TMFI2O19.2376, d.d. 14 maart 2019 opgemaakt door dr. [naam1] ,
NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, op de door hem afgelegde algemene
belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 119 e.v. inhoudende -zakelijk weergegeven-:

als verklaring van de deskundige:

Op de bemonstering sluitrand zak 950 AAMD5758NL werd een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal vier donoren, van wie zeker een man, verdachte [verdachte] kan donor zijn van het celmateriaal.
Op de bemonstering sluitrand zak 100 AAMD5759NL werd een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van minimaal vier donoren, van wie zeker een man, verdachte [verdachte] kan donor zijn van het celmateriaal.
Sluitrand zak 950 AAMD5758NL
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en drie
onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van vier onbekende, niet verwante
personen.
De resultaten van het onderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1
juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Sluitrand zak 1000 AAMD5759NL
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en drie
onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van vier onbekende, niet verwante
personen.
De resultaten van het onderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1
juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 november 2018 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad 23.938 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is schuldig bevonden aan het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid van ruim 21 kilo hennep. Hierdoor heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de illegale teelt en de bijbehorende handel in drugs, die niet zelden gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat softdrugs schade kunnen berokkenen aan de gebruikers daarvan en kunnen leiden tot ernstige verslavingsproblematiek.
Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 september 2021 blijkt dat verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van misdrijven.
Verdachte heeft ter zitting aangegeven zijn leven een andere wending te hebben gegeven maar uit voornoemde documentatie blijkt dat verdacht na het plegen van het onderhavige feit opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Het hof stelt vast dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het (Europees) Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het hoger beroep is ingesteld op 30 september 2019 en dit arrest is dus niet gewezen binnen twee jaren na het instellen van het hoger beroep. Aangezien het in dit geval gaat om een geringe termijnoverschrijding, zal het hof hieraan geen rechtsgevolg verbinden en volstaan met de constatering hiervan.
Het hof heeft rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), bedoeld als richtinggevend voor de strafmaat, waarin voor het aanwezig hebben van 10 tot 25 kilo softdrugs een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden is opgenomen. Het hof heeft er acht op geslagen dat de hoeveelheid hennep die bij verdachte is aangetroffen hoog in deze schaal zit.
Gegeven het voorgaande is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden is.
Anders dan de politierechter en de advocaat-generaal ziet het hof geen aanleiding om een lagere straf op te leggen dan in het oriëntatiepunt is genoemd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
321,45 euro,
1. GSM Aquaris,
1. GSM Nokia,
1. GSM iPhone.
Aldus gewezen door
mr. L.J. Hofstra, voorzitter,
mr. M.C. Fuhler en mr. F. van der Maden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.G. Eisma, griffier,
en op 28 oktober 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.