ECLI:NL:GHARL:2021:10328

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 oktober 2021
Publicatiedatum
8 november 2021
Zaaknummer
21-000666-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens lokaalvredebreuk met geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1967, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor lokaalvredebreuk, waarbij een geldboete van € 150,- was opgelegd. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 11 oktober 2021, waar de advocaat-generaal de vordering tot bevestiging van het vonnis heeft ingediend. De politierechter had de verdachte schuldig bevonden aan het tenlastegelegde feit en de eerder opgelegde strafbeschikking vernietigd.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 mei 2018 wederrechtelijk in een besloten lokaal verbleef en zich niet op vordering van de rechthebbende heeft verwijderd. De bewezenverklaring is gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 150,-. De beslissing is genomen in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking ook vernietigd en de verdachte tot betaling van de geldboete veroordeeld, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000666-20
Uitspraak d.d.: 25 oktober 2021
VERSTEK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 30 januari 2020 met parketnummer 18-089424-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 oktober 2021.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de politierechter. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft het tenlastegelegde bewezen verklaard, heeft de eerder opgelegde strafbeschikking vernietigd en een geldboete van € 150,- opgelegd.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , in het besloten lokaal en/of het erf, [adres] bij [naam1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte in gebruik wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 mei 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , in het besloten lokaal, [adres] bij [naam1] in gebruik, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
wederrechtelijk in het besloten lokaal vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan lokaalvredebreuk. Door in het betreffende pand wederrechtelijk te vertoeven en zich niet op vordering van de rechthebbende te verwijderen heeft hij overlast veroorzaakt.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 september 2021, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden meermalen onherroepelijk is veroordeeld wegens strafbare feiten.
Het hof acht, gelet op het voorgaande, evenals de politierechter de oplegging van een geldboete van € 150,- een passende bestraffing. Het hof zal die straf aan verdachte opleggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 138 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 22 mei 2018 onder CJIB nummer 1132542003255719.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 150,00 (honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. F. van der Maden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen, griffier,
en op 25 oktober 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.