In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1967, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor lokaalvredebreuk, waarbij een geldboete van € 150,- was opgelegd. Het hof heeft de zaak behandeld op de zitting van 11 oktober 2021, waar de advocaat-generaal de vordering tot bevestiging van het vonnis heeft ingediend. De politierechter had de verdachte schuldig bevonden aan het tenlastegelegde feit en de eerder opgelegde strafbeschikking vernietigd.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 mei 2018 wederrechtelijk in een besloten lokaal verbleef en zich niet op vordering van de rechthebbende heeft verwijderd. De bewezenverklaring is gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 150,-. De beslissing is genomen in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking ook vernietigd en de verdachte tot betaling van de geldboete veroordeeld, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling.