Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 4 augustus 2021;
- een brief van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) van 10 augustus 2021;
- het verweerschrift van de GI met producties;
- een journaalbericht van mr. Simo van 24 augustus 2021 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Simo van 29 september 2021 met producties;
- een brief van de GI van 1 oktober 2021 met als productie e-mailberichten;
- een journaalbericht van mr. Simo van 4 oktober 2021.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, een tolk en een begeleider, aan wie bijzondere toegang is verleend,
- [naam1] (via beeldverbinding) namens de GI, bijgestaan door [naam2] .
3.De feiten
- [de minderjarige1] , [in] 2005 te [plaats1] , [land] ,
- [de minderjarige2] , [in] 2008 te [plaats1] , [land] , en
- [de minderjarige3] , [in] 2013 te [plaats1] , [land] .
4.De omvang van het geschil
- primair de werking van de bestreden beschikking te schorsen in afwachting van de uitkomst van de procedure in hoger beroep en subsidiair de werking van de bestreden beschikking te schorsen tot er door het hof te gelasten deskundigenonderzoek naar de geschiktheid van de moeder om de kinderen zelf te verzorgen en op te voeden heeft plaatsgevonden en er door de deskundige een eindrapport is opgesteld;
- de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, primair de GI niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek in eerste aanleg dan wel dat verzoek af te wijzen en te bepalen dat de kinderen bij de moeder dienen te worden teruggeplaatst, subsidiair een onafhankelijk deskundigenonderzoek te gelasten naar de geschiktheid van de moeder om de kinderen zelf te verzorgen en op te voeden, waarbij voor de duur van het onderzoek een omgangsregeling tussen de moeder en de kinderen wordt vastgesteld van eenmaal per week van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur en meer subsidiair de machtiging tot uithuisplaatsing te (het hof begrijpt) verlenen voor een kortere periode, waarbij een omgangsregeling wordt tussen de moeder en de kinderen wordt vastgesteld van eenmaal per week van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur.