ECLI:NL:GHARL:2021:10020

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
200.260.493
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van hulppersoon bij wijzigingen aan kunstmeststrooier en gevolgen voor schadevergoeding

In deze zaak heeft een teler in 2012 een kunstmeststrooier aangeschaft van de Duitse fabrikant Amazone, via de leverancier De Kruyf en importeur Kamps de Wild. Na een wijziging aan de kunstmeststrooier in 2014, uitgevoerd door Kamps de Wild op verzoek van Amazone, ontstonden er problemen met de afstelling van de machine, wat leidde tot aanzienlijke schade bij de teelt van spruiten. De teler heeft De Kruyf, Kamps de Wild en Amazone aangeklaagd, waarbij hij stelde niet op de hoogte te zijn gebracht van de wijzigingen en de gevolgen daarvan. De rechtbank wees de vorderingen van de teler af, waarna hij in hoger beroep ging. Het hof oordeelde dat De Kruyf zich kon beroepen op een exoneratieclausule en daarom niet aansprakelijk was voor de schade. Kamps de Wild had echter de verplichting om de teler te waarschuwen voor de gevolgen van de wijzigingen aan de kunstmeststrooier. Aangezien Kamps de Wild deze waarschuwing niet heeft gegeven, is zij aansprakelijk voor de schade van de teler. Het hof heeft een bewijsopdracht gegeven over de vraag of Kamps de Wild de teler tijdig op de hoogte heeft gesteld van de nieuwe strooitabellen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.260.493
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem C/05/301461)
arrest van 26 oktober 2021
in de zaak van
1. de ontbonden vennootschap onder firma
Firma Gebroeders [appellante1] v.o.f.,
en haar voormalige vennoten
2.
[appellant2], en
3.
[appellant3],
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
4.
Beheermaatschappij [appellante4] B.V.,
5.
Beheermaatschappij [appellante5] B.V.,
6.
[appellante6] Exploitatie B.V.,
7.
[appellante7] B.V.,
allen woonachtig of gevestigd te [plaats1] ,
appellanten,
in eerste aanleg: eisers in conventie, verweerders in reconventie,
hierna: [de teler] ,
advocaat: mr. A.C. Teeuw,
tegen:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
De Kruyf Mechanisatie B.V.,
gevestigd te Nijkerk,
2.
Kamps de Wild B.V.,
gevestigd te Zevenaar,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie,
hierna: De Kruyf en Kamps de Wild en tezamen De Kruyf c.s.,
advocaat: mr. R.H. van de Beeten.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 22 september 2020 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit het proces-verbaal van de meervoudige comparitie van partijen op 7 april 2021. Mr. Van de Beeten heeft daarop bij brief van 1 juni 2021 gereageerd. Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1
In maart 2013 heeft de Firma Gebroeders [appellante1] v.o.f. (appellante 1 en hierna verder: de vof) voor € 17.000 exclusief btw een ‘Amazone ZA-TS 3200 profis centrifugaal-strooier’ (hierna verder: de kunstmeststrooier) gekocht en geleverd gekregen van De Kruyf, de leverancier. Kamps de Wild is de importeur van de kunstmeststrooier en Amazonen-Werke [naam1] GmbH & Co. KG - hierna: Amazone - de fabrikant. In de orderbevestiging van De Kruyf is onderaan de volgende tekst opgenomen:
“Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn van toepassing:
- de COM verhuurvoorwaarden als er sprake is van huur; of
- de COM keurings- en reparatievoorwaarden als er sprake is van keuring en/of reparatie; of
- de COM leverings- en betalingsvoorwaarden in alle andere gevallen,
zoals deze luiden volgens de laatste ter Griffie van de Rechtbank te Utrecht neergelegde tekst. De algemene voorwaarden worden u op verzoek toegezonden.”
2.2
Uit artikel 13 (
“Aansprakelijkheid”) van de COM leverings- en betalingsvoorwaarden worden de volgende passages geciteerd:
“13.1 Het mechanisatiebedrijf is aansprakelijk voor schade die opdrachtgever lijdt en die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan het mechanisatiebedrijf toe te rekenen tekortkoming. Voor vergoeding komt echter alleen in aanmerking die schade waartegen het mechanisatiebedrijf verzekerd is, dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn.
13.2
Niet voor vergoeding in aanmerking komt:
a. bedrijfsschade waaronder bijvoorbeeld stagnatieschade en gederfde winst”.
2.3
Op 27 maart 2013 is de vof opgegaan in [appellante6] B.V. (appellante 6) en zijn de bezittingen van de vof ingebracht in [appellante6] B.V. zodat zij eigenaar is geworden van de kunstmeststrooier. Beheermaatschappij [appellante4] B.V. (appellante 4) en Beheermaatschappij [appellante5] B.V. (appellante 5) zijn beide 50% aandeelhouder in [appellante6] B.V. [appellante6] B.V. verhuurt de kunstmeststrooier aan [appellante7] B.V. (appellante 7), een agrarisch bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de spruitjesteelt.
2.4
[de teler] maakt voor de bemesting van haar gewassen gebruik van twee soorten mestkorrels die zij afneemt van Agrifirm, te weten;
-
‘Nutramon® 27%N gekorreld OCI Agro’van OCI Nitrogen B.V. (Nutramon), en
-
‘Yara Kalkammonsalpeter 27%N + 4%MgO gekorreld’van Yara Tertre S.A. (Yara).
De kunstmest van Nutramon bestaat uit een grote hoeveelheid bruine korrels die is gemengd met een aantal oranje korrels. De kunstmest van Yara bestaat uit witte korrels.
2.5
[de teler] maakt voor de bemesting van haar spruitjesvelden gebruik van de Nutramon korrels en houdt bij de bemesting een strooibreedte/werkbreedte aan van 45 meter.
2.6
In de door Amazone verstrekte strooitabellen voor de kunstmeststrooier Amazone ZA-TS staat, voor zover relevant, steeds het volgende:
“AMAZONE MestService
Wij wijzen erop, dat de individuele strooi-eigenschappen van de mest grote invloed op de dwarsverdeling en strooihoeveelheid hebben. Daarom kunnen ook de in de strooitabel aangegeven instelwaarden alleen richtwaarden zijn.
De strooi-eigenschappen zijn afhankelijk van
- de schommelingen van de fysische gegevens (specifiek gewicht, korrelgrootte, geleidingsvermogen enz.) ook binnen dezelfde soort en hetzelfde merk
- de verschillende mestgesteldheden door weersinvloeden en/of opslagomstandigheden
Daarom kunnen wij geen garantie geven, dat uw mest, zelfs met dezelfde naam en van dezelfde fabrikant, dezelfde strooi-eigenschappen heeft, als de in de strooitabel aangegeven mest. (…) Een aanspraak op vergoeding van schade, die niet op de centrifugaalstrooier zelf is ontstaan, is uitgesloten.
Met de aankoop van een AMAZONE meststrooier is ook de service “AMAZONE MestService” beschikbaar, want wij willen, dat u goedkoop en milieuvriendelijk werkt. De AMAZONE MestService stelt de individuele strooi-eigenschappen van uw mest vast aan de hand van een mestmonster van 3 kg en geeft de aanbevolen instellingen voor de door u gewenste werkbreedte(s). Bijzonder aan te bevelen is de AMAZONE MestService, als er onzekerheden met betrekking tot mestherkomst, mestaanduiding of mestgesteldheid zijn resp. als de mest nog niet in de strooitabel is opgenomen.”
2.7
Bij ingebruikname van de kunstmeststrooier is medio maart 2013 strooitabel MH742 A.001 aan [de teler] verstrekt. Hierin staat dat bij een werkbreedte van 45 meter voor de Nutramon korrels een uitstroomopening van 42 wordt geadviseerd.
2.8
In februari 2014 heeft importeur Kamps de Wild in opdracht van producent Amazone – en niet van [de teler] - de strooischotels en de houder van het hydraulische blok van de kunstmeststrooier vervangen. Verder heeft Kamps de Wild softwareversie 1.06.01 op de kunstmeststrooier geïnstalleerd, eveneens zonder dat [de teler] hier opdracht toe heeft gegeven. Daarvóór, bij brief van 18 september 2013, had Amazone aan Kamps de Wild het volgende laten weten:
„im Zuge der Produktionsbeobachtung ist festgestellt worden, dass an einigen Maschinen des Typs ZA-TS eine Umrüstung erforderlich ist. Die Umrüstung bezieht sich auf den Austausch der Streuscheiben und des Hydraulikblockhalter. Zusätzlich werde Teile wie Griffstücke für die Hydraulikschläuche nachgerüstet“
Bitte beachten Sie dass sich die Umrüstung auf das Streubild auswirkt. Alle von Amazone zur Verfügung gestellten Streutabellen und empfohlenen Werte ab dem Frühjahr 2014 beziehen sich auf den Stand nach der Umrüstung.“
2.9
In de aangepaste strooitabel MH742 A.002 (…) staat dat bij een werkbreedte van 45 meter voor de Nutramon korrels een uitstroomopening van 21 wordt geadviseerd en voor de Yara korrels een uitstroomopening van 40.
2.1
Op 2 juni 2014 en 7 juli 2014 heeft [de teler] een bemesting met de kunstmeststrooier uitgevoerd.
2.11
Op 20 juni 2014 heeft De Kruyf in opdracht van Kamps de Wild de bodemgroep van de kunstmeststrooier aangepast, welke werkzaamheden onder de aan [de teler] verstrekte garantie vielen. Op 9 juli 2014 heeft Kamps de Wild softwareversie 1.07.01 op de kunstmeststrooier geïnstalleerd.
2.12
Op 20 augustus 2014 en in de derde week van september 2014 heeft [de teler] nog twee bemestingen met de kunstmeststrooier uitgevoerd.
2.13
Op 29 september 2014 heeft Dynatest na klachten van [de teler] bij De Kruyf de kunstmeststrooier op verschillende uitstroomopeningen (te weten 40, 21 en 30) getest met de Nutramon korrel. Dynatest concludeert dat een uitstroomopening van 30 een goede verdeling van de kunstmest geeft.
2.14
In de door Amazone vanaf medio oktober/november 2014 (versie MH803A.002) op internet en in de app gepubliceerde strooitabellen wordt bij een werkbreedte van 45 meter voor de Nutramon korrels een uitstroomopening van 28 geadviseerd.
2.15
Bij beschikking van 15 oktober 2014 van de rechtbank Midden-Nederland is op verzoek van [de teler] de heer P. Groeneweg (hierna verder: Groeneweg) tot deskundige benoemd, onder meer om de door [de teler] gestelde schade aan de spruiten vast te stellen. Omdat de oogst van de spruiten gaande was en volgens [de teler] sprake was van onverwijlde spoed, is zonder mondelinge behandeling Groeneweg, expert op het gebied van spruitjesteelt, tot deskundige benoemd.
2.16
In het deskundigenrapport van 11 augustus 2015 van Groeneweg staat, voor zover relevant, het volgende:
“Overzicht schade per perceel:
Onderstaand ziet u een overzicht van de vastgestelde schade per perceel. Het verslag van de bezoeken aan de percelen en de toelichtingen en uitwerkingen van de hieronder gegeven cijfers zijn vermeld in de bijlage, welke per perceel aangegeven staat in de laatste kolom van onderstaande tabel.
(…) Totale schade:
(…)
Totale vastgestelde schade 202.07 ha € 242.828,55
(…)
Conclusie:
 Ik stel vast dat op één na alle bezochte percelen bemestingsschade hebben opgelopen. Het ene perceel gelegen aan de Ossekampweg , met het ras Cobelius met een oppervlakte van 25.04 ha, dit perceel was niet overbemest en het gewas had geen ongelijkheid in ontwikkeling. Uit het totale onderzoek zijn voor mij als deskundige een aantal zaken die in mijn beleving causaal verband hebben met de vastgestelde schade. (…)”

3.De motivering van de beslissing in hoger beroep

3.1
[de teler] is een akkerbouwer die vooral spruitjes teelt. Zij heeft in 2013 een kunstmeststrooier van het merk Amazone van De Kruyf gekocht en daarmee in 2013 tot haar tevredenheid bemestingen uitgevoerd. In februari 2014 heeft Kamps de Wild (importeur) op verzoek van Amazone aanpassingen aan de kunstmeststrooier uitgevoerd. Relevant is vooral de vervanging van het hydraulische blok. [de teler] had overigens niet om deze aanpassingen gevraagd of daartoe opdracht gegeven: zij zijn uitgevoerd op initiatief van Amazone. Vervolgens heeft [de teler] in dat jaar haar spruitjesvelden viermaal bemest met de kunstmeststrooier. Enige tijd na het strooien ontdekte zij dat de mestkorrels niet egaal op de akkers terecht waren gekomen en dat zij daardoor een verminderde opbrengst had. Groeneweg, de door de rechtbank benoemde deskundige, heeft de daardoor ontstane schade begroot op € 242.828,55 (zie 2.17).
3.2
[de teler] is daarop bij dagvaarding van 25 april 2016 een procedure tegen De Kruyf, Kamps de Wild en Amazone begonnen. Voor de rechtbank heeft zij zich eerst op het standpunt gesteld dat de aanpassingen aan de kunstmeststrooier in 2014 gebrekkig zijn uitgevoerd en dat haar schade daaraan en aan de foutief gewijzigde strooitabellen is te wijten. Na het in eerste aanleg uitgebrachte deskundigenbericht heeft [de teler] haar standpunt ingrijpend gewijzigd. In haar conclusie na deskundigenbericht van 15 augustus 2018 heeft zij gesteld dat de schade niet zozeer het gevolg is van gebrekkige aanpassingen aan de kunstmeststrooier, als wel van het nalaten van De Kruyf, Kamps de Wild en Amazone haar voor de werkelijke aard van de modificaties en de gevolgen daarvan voor het strooibeeld te waarschuwen. Dat wil concreet zeggen dat zij haar hadden moeten waarschuwen dat ten gevolge van de aanpassingen de uitstroomopeningen van de kunstmeststrooier moesten worden gewijzigd en dat daarvoor nieuwe strooitabellen zouden worden gestuurd. Amazone had deze nieuwe strooitabellen opgesteld, in ieder geval ook omdat door de aanpassingen van de kunstmeststrooier het doseersysteem opnieuw moest worden ingesteld. Voor [de teler] betekende dat dat zij de uitstroomopening op de kunstmeststrooier moest wijzingen van 42 naar 21. [de teler] stelt nu dat zij daarvoor niet is gewaarschuwd, dat zij die nieuwe strooitabellen bovendien niet heeft ontvangen en dat zij dus niet wist dat zij de uitstroomopening moest wijzigen. Zij heeft daarom de uitstroomopening laten staan op 42 en met die uitstroomopening de bemestingen gedaan. Daardoor is volgens haar de schade ontstaan. Haar eerdere stellingname berustte, zo voert zij aan, op een misverstand kortweg tussen haar en haar advocaat. Deze wijziging van proceshouding is opmerkelijk, omdat [de teler] tot deze wijziging van haar standpunt verschillende keren in haar processtukken had opgemerkt dat zij de nieuwe strooitabellen wel had ontvangen. Zij zegt nu dat dit kwam door een ongelukkige communicatie tussen haar en haar advocaat. De rechtbank vond deze koerswijziging in strijd met de goede procesorde en heeft daarom de gewijzigde vorderingen niet meer beoordeeld en de oorspronkelijke vorderingen afgewezen.
3.3
[de teler] is in hoger beroep gekomen en legt nu haar vorderingen op basis van de gewijzigde grondslag aan het hof voor. De herstelfunctie van het hoger beroep brengt mee dat [de teler] daartoe het recht heeft. [de teler] heeft overigens Amazone te laat in hoger beroep gedagvaard, zodat de afwijzing van de vorderingen door de rechtbank ten opzichte van haar definitief is geworden. Amazone is dus in hoger beroep geen partij meer.
3.4
De primaire stelling van [de teler] is dat op De Kruyf en Kamps de Wild de verplichting rustte om haar te waarschuwen voor de werkelijke aard van de modificaties en de gevolgen daarvan voor het strooibeeld, dat zij dat niet hebben gedaan, dat zij daarom de bemestingen heeft uitgevoerd met een onjuiste uitstroomopening en daardoor schade heeft geleden. Voor die schade zijn De Kruyf en Kamps de Wild aansprakelijk, aldus [de teler] . Haar subsidiaire grondslag, voor het geval het hof haar primaire stelling niet overneemt, houdt ermee verband dat Amazone omstreeks oktober 2014 de uitstroomopening een tweede maal heeft laten aanpassen, namelijk van 21 naar 28. [de teler] stelt nu, dat als het hof ervan moet uitgaan dat zij wel op de aard van de modificaties en de gevolgen daarvan voor het strooibeeld werd gewezen, er dan nog steeds iets niet goed is gegaan, te weten de opgave van een uitstroomopening van 21, terwijl dat 28 had moeten zijn. Volgens haar zou zij dan - in de hypothetische situatie dat zij met uitstroomopening 21 zou hebben bemest - dezelfde schade hebben geleden. Ook in dat geval moet die worden vergoed door De Kruyf en Kamps de Wild.
3.5
Het eerste punt dat het hof moet onderzoeken is hoe de rechtsverhouding tussen partijen is. [de teler] stelt dat de aanpassingen aan de kunstmeststrooier en de informatieverstrekking over de uitstroomopeningen allemaal uitvoeringshandelingen zijn van de koopovereenkomst die partijen in 2012 hebben gesloten. De Kruyf zou dan als verkoper aansprakelijk zijn voor gebreken in de uitvoering van die koopovereenkomst. Kamps de Wild zou dan aansprakelijk zijn als hulppersoon van De Kruyf. De Kruyf en Kamps de Wild voeren daartegenover aan dat de aanpassingen aan de kunstmeststrooier en de informatieverstrekking over de uitstroomopeningen uitvoeringshandelingen zijn van de verbintenissen van de fabrikant (Amazone) waaronder een rechtstreekse garantie van Amazone jegens [de teler] en dat zij in verband daarmee hooguit als hulppersonen van Amazone - op basis van een met Amazone gesloten distributieovereenkomst - kunnen worden beschouwd.
3.6
Het hof hoeft in dit geschilpunt geen beslissing te nemen. Het licht dat als volgt toe. Stel dat het hof [de teler] volgt en beslist dat de aanpassingen en de informatieverstrekking uitvoeringshandelingen van de koopovereenkomst zijn. In dat geval is De Kruyf als verkoper in principe aansprakelijk voor gebreken in die uitvoering. Het hof neemt verder als veronderstelling aan dat er iets fout is gegaan met de informatieverstrekking aan [de teler] , dus dat de uitvoering inderdaad gebrekkig is geweest en dat [de teler] daardoor schade heeft geleden. Voor dat geval heeft De Kruyf zich beroepen op artikel 13 van de algemene voorwaarden, geciteerd in 2.2 hierboven, waarin een uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade is opgenomen en voor schade die voor De Kruyf niet te verzekeren is. Zij heeft in dat verband gesteld dat het hier om gevolgschade gaat en dat voor haar gevolgschade als deze niet te verzekeren is onder een aansprakelijkheidsverzekering. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade, die overigens - zo weet het hof - in het bedrijfsleven heel gangbaar is, staat eraan in de weg dat de vorderingen van [de teler] tegen De Kruyf kunnen worden toegewezen, ook voor zover die zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad van De Kruyf. [de teler] voert nu wel aan dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, maar dat gaat niet op, omdat op de orderbevestiging is vermeld dat deze voorwaarden van toepassing zijn. Dat is voor toepasselijkheid voldoende. Omdat [de teler] , die ondernemer is en derhalve handelt in de uitoefening van een bedrijf, niet heeft geprotesteerd tegen de toepasselijkverklaring van de algemene voorwaarden in de schriftelijke vastlegging van de koopovereenkomst (de opdrachtbevestiging), volgt uit artikel 6:232 BW in samenhang met de artikelen 3:33 en 3:35 BW dat De Kruyf er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [de teler] deze voorwaarden stilzwijgend heeft aanvaard. [de teler] voert verder aan dat zij de algemene voorwaarden niet heeft gekregen. Dat betekent echter niet dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn tussen partijen. [de teler] heeft zich niet op vernietiging van de algemene voorwaarden beroepen (artikelen 6:233 sub b en 6:234 BW).
3.7
Dit betekent dat De Kruyf niet aansprakelijk is voor de door [de teler] gevorderde schade en dat de vordering tegen haar bij eindarrest zal worden afgewezen. Hiervoor is hetgeen het hof overweegt onder 3.12 en 3.18 ook relevant.
3.8
Kamps de Wild heeft zich
“voor zoveel nodig”ook beroepen op de uitsluitingsclausule van De Kruyf en Amazone. Dat is echter voor het aannemen van derdenwerking van een uitsluitingsclausule ten gunste van een hulppersoon als Kamps de Wild ontoereikend. Daar had Kamps de Wild meer werk van moeten maken. Kamps de Wild kan zich daarom niet beroepen op de uitsluitingsclausule. Dat betekent dat de vorderingen tegen Kamps de Wild inhoudelijk moeten worden beoordeeld.
3.9
Ook bij die beoordeling kan het hof in het midden laten of de handelingen werden uitgevoerd op basis van de koopovereenkomst tussen [de teler] en De Kruyf of op basis van een (garantie) verbintenis van Amazone jegens [de teler] . In beide gevallen moet Kamps de Wild worden beschouwd als een hulppersoon en moet haar gedrag worden getoetst aan het gedrag dat van een hulppersoon mag worden verwacht. Het maakt dan niet uit of Kamps de Wild als hulppersoon van De Kruyf of van Amazone heeft gehandeld. In beide gevallen is de norm hetzelfde.
3.1
Het hof gaat gezien hetgeen wordt opgemerkt in de processtukken van [de teler] ervan uit dat [de teler] haar kritiek op de uitvoering van de aanpassingen aan de kunstmeststrooier niet langer handhaaft. Voor zover zij die kritiek wel handhaaft, heeft zij die kritiek onvoldoende uitgewerkt. Het hof gaat er voor dat geval aan voorbij. Het gaat er dan uitsluitend om of Kamps de Wild voldoende voor de werkelijke aard van de modificaties en de gevolgen daarvan voor het strooibeeld heeft gewaarschuwd. Het hof oordeelt net zoals deskundige Lossie op blz. 8, laatste alinea, van zijn deskundigenbericht dat op Kamps de Wild de verplichting rustte [de teler] te waarschuwen voor de gevolgen van de aanpassingen aan de kunstmeststrooier ten aanzien van het strooibeeld. Op grond van de brief van Amazone van 18 september 2013 wist zij of had zij moeten weten dat de aanpassingen aan de kunstmeststrooier leidde tot wijzigingen van de strooi-eigenschappen van de machine en daarmee van de strooitabellen. Dat betekent dat zij [de teler] daarvoor moest waarschuwen.
3.11
Kamps de Wild heeft ontkend dat op haar een waarschuwingsplicht zoals in 3.10 geformuleerd rustte. Volgens haar zou dat onzekerheid geven bij die telers bij wie de aanpassingen niet leidden tot wijzigingen in de uitstroomopening. Het hof volgt Kamps de Wild hierin niet. Kamps de Wild was in september 2013 door Amazone gewaarschuwd dat de aanpassingen zouden leiden tot gewijzigde uitstroomopeningen. Amazone vond kennelijk dat de aanpassingen dermate ingrijpend waren dat haar importeur op de gevolgen voor de uitstroomopeningen moest worden gewezen. Dat bracht mee dat Kamps de Wild haar afnemers actief moest wijzen op de gevolgen van de aanpassingen. Omdat Kamps de Wild heeft ontkend een waarschuwingsplicht als hier bedoeld te hebben en bovendien gesteld noch gebleken is dat zij [de teler] heeft gewaarschuwd, stelt het hof vast dat Kamps de Wild niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulppersoon mag worden verwacht en dat zij daarmee onrechtmatig heeft gehandeld tegenover [de teler] en in beginsel aansprakelijk is voor de door [de teler] geleden schade. Omdat haar deze nalatigheid kan worden verweten, verwerpt het hof het beroep op overmacht.
3.12
Voor alle zekerheid overweegt het hof dat aan De Kruyf niet het verwijt kan worden gemaakt omtrent het niet waarschuwen en het ter beschikking stellen van de informatie. De Kruyf is niet betrokken geweest bij de uitvoering van de hier aan de orde zijnde handelingen en kan daarom niet als hulppersoon van Amazone worden gekwalificeerd, althans op dit punt is onvoldoende gesteld. In het dossier heeft het hof verder geen aanknopingspunten gevonden voor het feit dat De Kruyf zelf wist dan wel geacht werd te weten dat de aanpassingen aan de kunstmeststrooier gevolgen hadden voor de uitstroomopeningen. Omdat zij dat niet wist, althans dat niet aannemelijk is gemaakt door [de teler] , gaat het hof ervan uit dat op De Kruyf geen verplichting rustte om [de teler] daarover te waarschuwen en te informeren.
3.13
Kamps de Wild heeft zich op eigen schuld beroepen (artikel 6:101 BW). Dat verweer kent twee elementen. In de eerste plaats stelt Kamps de Wild dat [de teler] de schade aan zichzelf te wijten heeft door niet een Dynatest of een bakkentest te hebben uitgevoerd, voordat zij begon met het bemesten van de spruiten. Deze tests kunnen van de teler volgens Kamps de Wild worden gevergd, omdat het strooibeeld wijzigt ten gevolge van de gewijzigde samenstelling van de meststof, Nutramon in dit geval. Kamps de Wild heeft gewezen op de opmerking van deskundige Lossie die op blz. 8 van zijn deskundigenbericht heeft vermeld dat na een bakkentest een perfecte verdeling van de meststof in de kunstmeststrooier mogelijk is. Het hof volgt hierin Kamps de Wild niet. [de teler] heeft aangevoerd dat (1) de producent van Nutramon, evenals producenten van andere meststoffen, ernaar streeft een zo constant mogelijke samenstelling van de meststof te produceren, dat (2) het daarom onnodig is een test, die geld kost, regelmatig te moeten uitvoeren, (3) dat een bakkentest door Amazone alleen dan wordt aanbevolen als de teler niet bekend is met de samenstelling van de meststof, dat (4) een Dynatest er alleen is om de uitstroomopening te finetunen en niet voor de instelling van de kunstmeststrooier na een aanpassing en, vooral, (5) dat zij sinds oktober 2014 de instelling van de uitstroomopening van de kunstmeststrooier voor Nutramon niet meer heeft aangepast, als illustratie van het verweer dat de samenstelling van de meststof constant is. Dit verweer heeft Kamps de Wild onvoldoende tegengesproken. Dit brengt mee dat het eventueel nalaten door [de teler] van het uitvoeren van een Dynatest of bakkentest haar niet als eigen schuld kan worden aangerekend.
3.14
Het tweede element betreft de stelling van Kamps de Wild dat zij de gewijzigde strooitabellen rond februari 2014 per post en in juli 2014 per e-mail heeft toegestuurd en in juli 2014 tijdens een bezoek aan [de teler] heeft gezegd dat de nieuwe strooitabellen moesten worden gebruikt. Zou komen vast te staan dat [de teler] deze toen van haar heeft ontvangen althans als gevolg van – kortweg – haar toedoen (vgl. artikel 3:37 lid 3 BW) niet heeft ontvangen, dan is het feit dat [de teler] niettemin is blijven doormesten met de oude uitstroomopening een omstandigheid die kan leiden tot vermindering van de schadevergoedingsverplichting. Op welke manier Kamps de Wild deze strooitabellen aan [de teler] ter beschikking zou hebben gesteld, maakt niet uit: van hand tot hand, per post of per e-mail is alle goed. [de teler] moet als ondernemer post van Kamps de Wild serieus nemen en lezen. [de teler] heeft ontkend dat zij de tabellen van Kamps de Wild heeft ontvangen en dat Kamps de Wild haar in juli 2014 heeft gezegd de nieuwe strooitabellen te gebruiken. Bovendien heeft zij aangevoerd dat Kamps de Wild steeds heeft gezegd dat de strooier niet was gewijzigd (alleen de strooischotel), dat testen niet nodig was en de strooitabellen ongewijzigd bleven. Kamps de Wild zal daarom overeenkomstig haar bewijsaanbod worden toegelaten tot het bewijs van haar stelling.
3.15
Het hof zal daarom Kamps de Wild toelaten tot het bewijs van haar stelling dat zij [de teler] de nieuwe strooitabellen rond februari 2014 per post en in juli 2014 per e-mail ter beschikking heeft gesteld en [de teler] er in juli 2014 mondeling op heeft gewezen die nieuwe strooitabellen te gebruiken.
3.16
Voor het geval Kamps de Wild slaagt in dat bewijs en het beroep op eigen schuld bovendien leidt tot vermindering van de schadevergoedingsverplichting van Kamps de Wild, komt de subsidiaire grondslag van de vordering aan bod voor zover het de schade betreft die in dat geval voor rekening blijft van [de teler] . Het hof overweegt dat er in de eerste plaats een probleem is van causaal verband. Het hof brengt in herinnering dat [de teler] in feite met uitstroomopening 42 heeft bemest en dat haar schade daardoor is veroorzaakt. Zij wil haar vordering nu beoordeeld zien op basis van de fictie dat zij met uitstroomopening 21 zou hebben bemest, terwijl dat eigenlijk uitstroomopening 28 had moeten zijn. Dan zou zij volgens haar ook schade hebben geleden. De schade is echter niet veroorzaakt door het bemesten met uitstroomopening 21, maar door het bemesten met uitstroomopening 42 Daardoor bestaat er naar het oordeel van het hof geen causaal verband tussen het eventueel foute advies omtrent uitstroomopening 21 en de opgetreden schade. Het aanbod tot getuigenbewijs dat [de teler] in dit verband heeft gedaan, wordt daarom als niet ter zake dienend gepasseerd.
3.17
In de tweede plaats kan niet aan Kamps de Wild het verwijt worden gemaakt dat zij een onjuiste uitstroomopening heeft geadviseerd. Als hulppersoon van hetzij De Kruyf hetzij Amazone was het niet haar taak om onderzoek te doen naar de
juisteuitstroomopening en deze op te nemen in strooitabellen. Dat was de taak van Amazone. Kamps de Wild had slechts de taak om [de teler] te waarschuwen voor wijzigingen van de uitstroomopening en de strooitabellen door te geven aan [de teler] . Zij heeft aangevoerd dat zij geen enkel inzicht had in de mate waarin de instellingen moesten worden aangepast door de wijzigingen van het hydraulische blok en [de teler] heeft niets gesteld omtrent kennis daarover bij Kamps de Wild. Omdat zij niet tot taak had de juiste uitstroomopening voor [de teler] vast te stellen, is zij ook om die reden niet aansprakelijk voor de schade van [de teler] , voor zover die is gebaseerd op de subsidiaire grondslag voor aansprakelijkheid.
3.18
Voor alle zekerheid merkt het hof nog op dat het voorgaande (3.16 en 3.17) ook opgaat voor de vordering tegen De Kruyf. Dat volgt ook uit de stellingen van [de teler] (zie bijvoorbeeld de laatste alinea van nr. 22 van de conclusie na deskundigenbericht:
“Gerard van den Krol was van deze modificaties niet op de hoogte”).
3.19
Het hof verwerpt het beroep van De Kruyf en Kamps de Wild, dat zij klem zijn komen te zitten tussen [de teler] en Amazone, omdat Amazone niet meer is betrokken in de procedure in hoger beroep. [de teler] pretendeert op hen beide een vordering te hebben die het hof afzonderlijk moet beoordelen. Als De Kruyf en Kamps de Wild menen dat zij in het geval zij tot schadevergoeding worden veroordeeld, recht erop hebben dat Amazone hen vrijwaart, moeten zij dat verder met Amazone bespreken of hadden zij deze in vrijwaring kunnen oproepen.
3.2
Iedere verder beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat Kamps de Wild toe tot het bewijs van haar stelling dat zij [de teler] rond februari 2014 per post en in juli 2014 per e-mail de nieuwe strooitabellen ter beschikking heeft gesteld en [de teler] er in juli 2014 mondeling op heeft gewezen die nieuwe strooitabellen te gebruiken;
bepaalt dat, indien Kamps de Wild dat bewijs door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. F.J. de Vries, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat Kamps de Wild het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 9 november 2021, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde
opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat Kamps de Wild overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
bepaalt dat, in het geval er getuigen worden voorgebracht, [de teler] en Kamps de Wild (vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking) samen met hun advocaten bij het verhoor van de getuigen aanwezig zullen zijn om partijen zelf zo nodig nadere inlichtingen te laten geven over de punten waarover de getuigen zullen worden gehoord en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden;
bepaalt dat partijen ervoor dienen te zorgen dat het hof en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van die stukken hebben ontvangen;
bepaalt dat indien een partij bij gelegenheid van het getuigenverhoor nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties hebben ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. de Vries, L.F. Wiggers-Rust en E.H.P. Brans, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2021