Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde];
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1973, die verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 9 april 2020 vernietigd, waarin de rechtbank de terbeschikkingstelling met een jaar had verlengd en de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege had toegewezen. Het hof oordeelt dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, omdat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van een jaar. De terbeschikkinggestelde had verzocht om beëindiging van de terbeschikkingstelling, maar het hof oordeelt dat er nog steeds sprake is van een gevaar voor de veiligheid van anderen, mede door het gebruik van middelen en het niet naleven van voorwaarden. De deskundigen hebben geadviseerd dat de terbeschikkinggestelde intensieve begeleiding nodig heeft, en dat een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg niet mogelijk is. Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie tot hervatting van de verpleging van overheidswege toegewezen, en de verzoeken van de verdediging om een zorgmachtiging en het horen van deskundigen afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken.