Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
met dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 juli 2017 tot en met 10 april 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , en/of elders in Nederland, (telkens) met [naam1] , geboren [in] 2011, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam1] , hebbende verdachte (telkens)
- die [naam1] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding ontdaan en/of
- de vagina van die [naam1] betast en/of
- de vagina van die [naam1] met zijn tong/mond aangeraakt en/of
- zijn tong in de vagina van die [naam1] geduwd/gebracht en/of
- een of meer van zijn vingers in de vagina van die [naam1] geduwd/gebracht en/of
- zijn penis door die [naam1] laten vastpakken/betasten,
- die [naam1] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding ontdaan en/of
- de vagina van die [naam1] betast en/of
- de vagina van die [naam1] met zijn tong/mond aangeraakt en/of
- zijn penis door die [naam1] laten vastpakken/betasten;
hij op of omstreeks 10 april 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
- de vagina van die [naam4] betast, althans een hand in de broek van die [naam4] gedaan ter hoogte van haar schaamstreek, en/of
- die [naam4] op haar wang en/of op haar mond gezoend en/of
- een oor van die [naam4] in zijn mond genomen en/of
- zijn tong in een oor van die [naam4] geduwd/gebracht.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 juli 2017 tot en met 10 april 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , telkens met [naam1] , geboren [in] 2011, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam1] , hebbende verdachte telkens
- die [naam1] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding ontdaan en/of
- de vagina van die [naam1] betast en/of
- de vagina van die [naam1] met zijn tong/mond aangeraakt en/of
- een of meer van zijn vingers in de vagina van die [naam1] gebracht en/of
- zijn penis door die [naam1] laten vastpakken/betasten;
hij op 10 april 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] , een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
- de vagina van die [naam4] betast, althans een hand in de broek van die [naam4] gedaan ter hoogte van haar schaamstreek, en/of
- die [naam4] op haar wang en/of op haar mond gezoend en/of
- een oor van die [naam4] in zijn mond genomen en/of
- zijn tong in een oor van die [naam4] geduwd/gebracht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [naam1]
Vordering van de benadeelde partij [naam4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
720 (zevenhonderdtwintig) dagen.
586 (vijfhonderdzesentachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 5 (vijf) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: geldbedrag van € 4.365,00.
Vordering van de benadeelde partij [naam1]
€ 1.486,55 (duizend vierhonderdzesentachtig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 386,55 (driehonderdzesentachtig euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 1.100,00 (duizend honderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
24 (vierentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [naam4]
€ 1.218,45 (duizend tweehonderdachttien euro en vijfenveertig cent) bestaande uit € 118,45 (honderdachttien euro en vijfenveertig cent) materiële schade en € 1.100,00 (duizend honderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.