Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van het onder 3 primair ten laste gelegde;
- vrijspraak van verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde – rekening houdende met het tijdsverloop - tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van het voorarrest;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij D.H.W. [slachtoffer] tot een bedrag van € 3.500,00, met rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij D.H.W. [slachtoffer] in het meer gevorderde.
Het vonnis waarvan beroep
- de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging ter zake het onder 3 primair ten laste gelegde;
- verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- verdachte ter zake het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] wordt toegewezen tot een bedrag van € 2.500,00 met rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk is in het meer gevorderde.
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 16 juli 2014 te [plaats] aan [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een wervelfractuur van de tiende thoracale wervel, althans borstwervel, heeft toegebracht, door (telkens) opzettelijk meermalen hard en/of met kracht tegen de rug van voornoemde [slachtoffer] te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen;
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 16 juli 2014 te [plaats] (telkens), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn levensgezel [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet,
- meermalen tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer] geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- meermalen tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer] geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt,
- meermalen tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of
- meermalen tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt,
hij op of omstreeks 16 juli 2014 te [plaats] opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen van een geschrift, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel
- op een stuk piepschuim het woord 'hoer' geschreven en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] naakt, althans enkel gekleed in haar onderbroek, op een openbare weg, althans op straat, heen en weer laten lopen terwijl voornoemde [slachtoffer] dat/een stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' geschreven vast moest houden zodat voornoemd stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' voor een ander, althans anderen, zichtbaar was;
- op een stuk piepschuim het woord 'hoer' geschreven en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] naakt, althans enkel gekleed in haar onderbroek, op een openbare weg, althans op straat, heen en weer laten lopen terwijl voornoemde [slachtoffer] dat/een stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' geschreven vast moest houden zodat voornoemd stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' voor een ander, althans anderen, zichtbaar was;
- tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd dat ze (weer) door hem in elkaar geslagen werd als ze het niet deed, en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd, althans voornoemde [slachtoffer] heeft laten weten, dat ze dit moest doen om hem, verdachte, terug te krijgen en/of om het met hem, verdachte, goed te maken.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 juni 2014 tot en met 16 juli 2014 te [plaats] aan [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een wervelfractuur van de tiende thoracale wervel, heeft toegebracht, door opzettelijk hard tegen de rug van voornoemde [slachtoffer] te schoppen;
hij in de periode 1 juni 2014 tot en met 16 juli 2014 te [plaats] telkens opzettelijk mishandelend [slachtoffer] , meermalen tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
hij op 16 juli 2014 te [plaats] , [slachtoffer] , door bedreiging met geweld gericht tegen voornoemde [slachtoffer] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen of te dulden, immers heeft verdachte
- op een stuk piepschuim het woord 'hoer' geschreven en
- vervolgens voornoemde [slachtoffer] enkel gekleed in haar onderbroek, op een openbare weg, heen en weer laten lopen terwijl voornoemde [slachtoffer] dat stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' geschreven, vast moest houden zodat voornoemd stuk piepschuim met daarop het woord 'hoer' voor een ander zichtbaar was
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 5.500,00 (vijfduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.