Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5 december 2019. De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het de afwijzing van het verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag betreft en opnieuw rechtdoende, het verzoek van de moeder ter zake de beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag alsnog toe te wijzen en naar het hof begrijpt, te bepalen dat het ouderlijk gezag over [de minderjarige] alleen aan de moeder toekomt.
5.De motivering van de beslissing
Ingevolge 1:377a lid 3 BW ontzegt de rechter het recht op omgang slechts, indien:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
6.De slotsom
7.De beslissing
C. Koopman, bijgestaan door mr. J.M.G. van Wijk als griffier, en is op 19 november 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.