Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsvrouw,
mr. A.L. van Onna, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1.
zij op of omstreeks 20 maart 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op haar naam gesteld rijbewijs, een haar door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de [straat] , een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen;
zij op of omstreeks 20 maart 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] een busje pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad;
zij op of omstreeks 3 maart 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente2] , althans elders in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een auto (Volkswagen), door
- op de huurovereenkomst de naam en/of de adresgegevens en/of het telefoonnummer en/of het rijbewijsnummer van een ander (te weten [benadeelde partij2] ) in te vullen en/of zich aldus voor te doen als [benadeelde partij2] en/of
- vervolgens een kopie van het rijbewijs op naam van die [benadeelde partij2] te overleggen/mailen aan die [benadeelde partij1] ,
1.
zij in of omstreeks de periode van 23 maart 2017 tot en met 15 april 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , meermalen, althans éénmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere stoeptegels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij in of omstreeks de periode van 23 maart 2017 tot en met 15 april 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , een goed, te weten stoeptegels heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
zij in of omstreeks de periode van 23 maart 2017 tot en met 14 april 2017, te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , meermalen, althans éénmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets en/of een aantal stammetjes van hout, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij in of omstreeks de periode van 23 maart 2017 tot en met 14 april 2017, te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , een goed, te weten een fiets en/of een aantal stammetjes van hout heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
zij in of omstreeks de periode van 23 maart tot en met 25 maart 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tuinkachel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij in of omstreeks de periode van 23 maart 2017 tot en met 25 maart 2017, te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , een goed, te weten een tuinkachel heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Vrijspraak
Bewijs
Verdachte heeft hierover echter verklaard dat zij eerst het rijbewijs per e-mail aan [benadeelde partij1] heeft verzonden en dat zij daarna de auto van hem heeft meegekregen.
Bewezenverklaring
1.
zij op 20 maart 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op haar naam gesteld rijbewijs was gevorderd en van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de [straat] , een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd;
zij op 20 maart 2017 te [plaats1] , gemeente [gemeente1] een busje pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met een verstikkende en/of traanverwekkende stof van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad;
zij op 3 maart 2017 te [plaats2] , gemeente [gemeente2] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een auto (Volkswagen), door
- op de huurovereenkomst de naam en de adresgegevens en het telefoonnummer en het rijbewijsnummer van een ander (te weten [benadeelde partij2] ) in te vullen en zich aldus voor te doen als [benadeelde partij2] en
- vervolgens een kopie van het rijbewijs op naam van die [benadeelde partij2] te overleggen/mailen aan die [benadeelde partij1] ,
1.primair
zij in de periode van 23 maart 2017 tot en met 15 april 2017 te [plaats3] , gemeente [gemeente2] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een stoeptegel, toebehorende aan [benadeelde partij3] ;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.