Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Liefting van 28 januari 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 29 januari 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 31 januari 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 25 februari 2020;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 27 februari 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 2 maart 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 3 maart 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 4 maart 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 5 maart 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 10 maart 2020 met bijlagen;
- het verweerschrift in principaal hoger beroep, tevens houdende beroepschrift in incidenteel hoger beroep van de moeder, ingekomen bij journaalbericht van
- een journaalbericht van mr. Liefting van 12 maart 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 19 maart 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 1 april 2020;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 2 april 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 23 april 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 23 april 2020;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 29 april 2020 met bijlagen;
- een brief van de GI van 1 mei 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 7 mei 2020;
- een brief van mr. Liefting van 7 mei 2020 met bijlage;
- een brief van mr Liefting van 14 mei 2020;
- een brief van de GI van 19 mei 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 24 mei 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. De Vries-Veringa van 25 mei 2020 met bijlagen, aanvullende grieven en vermeerdering van de verzoeken in incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 25 mei 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 26 mei 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. De Vries-Veringa van 27 mei 2020 met als bijlage een cd-rom;
- een brief van mr. Liefting van 28 mei 2020 met bijlagen;
- een brief van mr. Liefting van 29 mei 2020 met bijlage;
- een journaalbericht van mr. De Vries-Veringa van 3 juni 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 3 juni 2020 met bijlagen.
[de minderjarige1]heeft bij brief van 5 april 2020 aan het hof haar mening kenbaar gemaakt.
- een brief van mr. Liefting van 9 september 2020 met bijlage;
- een brief van mr. De Vries-Veringa van 22 september 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 22 september 2020 met bijlagen;
- een brief van de GI van 24 september 2020;
- een journaalbericht van mr. De Vries-Veringa van 28 september 2020 met bijlagen;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 29 september 2020 met bijlage;
- een journaalbericht van mr. Liefting van 30 september 2020 met bijlage;
- een brief van mr. Liefting van 2 oktober 2020 met bijlage;
- een brief van mr. Liefting van 5 oktober 2020 met bijlage;
- een brief van mr. De Vries-Veringa van 6 oktober 2020 met spreekaantekeningen.
3.De feiten
- [de minderjarige1] , verder: [de minderjarige1] , geboren [in] 2007 te [E] , en
- [de minderjarige2] , verder: [de minderjarige2] , geboren [in] 2009 te [E] .
4.De omvang van het geschil
- het gezag van beide ouders over de kinderen beëindigd voor de duur van één jaar, dus tot 6 december 2020;
- de definitieve beslissing over het gezag pro forma aangehouden tot 30 oktober 2020, met het verzoek aan de advocaten en de GI om de rechtbank uiterlijk die datum te informeren over het verloop van het afgelopen jaar en om hun standpunt over het gezag (gezamenlijk of eenhoofdig of geen) te geven;
- de GI tot tijdelijke voogd benoemd;
- de ondertoezichtstelling ten aanzien van de kinderen met ingang van 6 december 2019 beëindigd;
- een omgangsregeling tussen de kinderen en de vader vastgesteld.
5.De beoordeling van het verzoek
ookaan dit artikel toetst, maar heeft zich daartoe klaarblijkelijk niet beperkt. Het hof ziet een voldoende juridische grondslag voor de beslissing van de rechtbank in artikel 1:253a BW. Het hof gaat ervan uit dat de rechtbank ook dat artikel in ogenschouw heeft genomen. De rechtbank heeft een tijdelijke maatregel uitgesproken die zij in het belang van de kinderen wenselijk (of zelfs noodzakelijk) achtte ter zake van de gezamenlijke uitoefening van het gezag door partijen. De motivering hiervan acht het hof ruimschoots voldoende. Het doel van de maatregel was de patstelling tussen de ouders te doorbreken en de lamlegging van de hulpverlening te beëindigen. Dit is een gerechtvaardigd doel dat in het belang van de kinderen noodzakelijk was. De motivering van de rechtbank dat eenhoofdig gezag van de moeder over de kinderen de strijd niet zou verminderen acht het hof eveneens voldoende. Doorbreking van de patstelling tussen de ouders en verbetering van de mogelijkheden tot hulpverlening had naar het oordeel van het hof met de getroffen maatregel wel kunnen worden bereikt. Het feit dat dit niet is gelukt, komt niet doordat de beslissing van de rechtbank onjuist of onrechtmatig is, maar doordat de ouders ook in dit geval zich onvoldoende hebben neergelegd bij deze beslissing en ook na de beslissing van de rechtbank (onbevoegd) gezagsbeslissingen zijn blijven nemen en daarbij de voogd hebben gepasseerd.