ECLI:NL:GHARL:2020:943

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
200.265.529
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad in civiele procedure

In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 4 februari 2020, wordt de incidentele vordering van SDB General Trading L.L.C. tot schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een eerder vonnis van de rechtbank Gelderland behandeld. SDB, een rechtspersoon uit de Verenigde Arabische Emiraten, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen ITT Controls B.V. voor de vernietiging of ontbinding van drie overeenkomsten voor de levering van industriële kleppen, alsook voor terugbetaling van een bedrag van € 594.350,-. De rechtbank had deze vorderingen afgewezen en SDB veroordeeld in de proceskosten. In hoger beroep heeft SDB een incidentele vordering ingesteld om de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen, omdat zij belang had bij het uitstellen van de betaling totdat de veroordeling onherroepelijk was. Het hof oordeelt dat de rechtbank geen gemotiveerde beslissing heeft gegeven over de uitvoerbaarverklaring bij voorraad en dat de belangenafweging in het voordeel van SDB uitvalt, aangezien ITT geen verweer heeft gevoerd tegen de incidentele vordering. Het hof schorst daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis van de rechtbank en houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.265.529
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, NL18.12840)
arrest van 4 februari 2020
in het incident ex artikel 351 Rv in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de Verenigde Arabische Emiraten
SDB General Trading L.L.C.,
gevestigd te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten,
appellante, tevens eiseres in het incident,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: SDB,
advocaat: mr. A. Kara,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ITT Controls B.V.,
gevestigd te Barneveld,
geïntimeerde, tevens verweerster in het incident,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: ITT,
advocaat: mr. A.J.P. Ariëns.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem (hierna: de rechtbank), van 1 mei 2019.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 5 juli 2019;
- de memorie van grieven, tevens incidentele vordering, tevens wijziging van eis (met producties).
2.2
Vervolgens heeft SDB de stukken voor het wijzen van arrest in het incident aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest in het incident bepaald.

3.De motivering van de beslissing

3.1
SDB en ITT hebben drie overeenkomsten met elkaar gesloten voor de levering van industriële kleppen door ITT aan SDB. SDB heeft bij de rechtbank primair vernietiging en subsidiair ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomsten gevorderd. Daarnaast heeft SDB gevorderd ITT te veroordelen tot terugbetaling aan SDB van € 594.350,-, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft de vorderingen van SDB bij vonnis van 1 mei 2019 afgewezen en SDB veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van ITT vastgesteld op € 10.144,-, vermeerderd met rente en nakosten. Het vonnis van de rechtbank is wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. In hoger beroep heeft SDB een incidentele vordering ingesteld tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis.
3.2
Het hof stelt het volgende voorop. De rechtbank heeft geen gemotiveerde beslissing gegeven over de uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Het hof zal de incidentele vordering daarom beoordelen aan de hand van een belangenafweging die dient plaats te vinden in het licht van de omstandigheden van het geval. Daarbij moet worden nagegaan of op grond van die omstandigheden het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand tot op het hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van zijn wederpartij bij (voortzetting van) de tenuitvoerlegging van het vonnis. [1]
3.3
SDB heeft onweersproken gesteld belang te hebben bij de incidentele vordering. Haar belang is erin gelegen dat zij de geldsom pas aan ITT hoeft te voldoen op het moment dat de veroordeling onherroepelijk is geworden. ITT heeft geen verweer gevoerd tegen de incidentele vordering en geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de incidentele vordering zou moeten worden afgewezen. Gelet daarop zal het hof de incidentele vordering toewijzen.

4.De slotsom

4.1
Het hof zal de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis schorsen. De beslissing over de kosten van het incident zal worden aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.
4.2
De hoofdzaak staat op de rol van heden voor memorie van antwoord (laatste termijn). De beslissing over de verdere voortgang van de hoofdzaak zal via de rol worden genomen. Het hof zal iedere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

Het hof, recht doende:
in het incident:
schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 1 mei 2019;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot daarover bij het eindarrest in de hoofdzaak zal worden beslist;
in de hoofdzaak in hoger beroep:
houdt iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Th.C.M. Willemse, H. Wammes en S.B. Boorsma en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2020.

Voetnoten

1.Zie onder meer HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026.