ECLI:NL:GHARL:2020:941

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
200.255.015
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een tweedehandsauto met onjuiste kilometerstand en bewijslevering door de verkoper

In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 4 februari 2020, staat de non-conformiteit van een tweedehandsauto centraal. De appellant, een koper, heeft een Mazda aangeschaft van de geïntimeerde, een autoverkoper, maar betwist dat de auto voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De kilometerstand van de auto bleek onjuist te zijn, wat in beginsel leidt tot de conclusie dat de auto non-conform was. De verkoper, HAS Auto’s, stelt echter dat zij de koper voorafgaand aan de koop heeft geïnformeerd over de onlogische kilometerstand. Het hof oordeelt dat de bewijslast voor deze stelling bij de verkoper ligt. De appellant heeft in hoger beroep drie grieven ingediend en vraagt om ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom, evenals vergoeding van bijkomende kosten. Het hof heeft de verkoper in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat zij de koper heeft geïnformeerd over de kilometerstand. Het hof overweegt dat als de verkoper in haar bewijs slaagt, de vordering van de koper zal worden afgewezen. Indien de verkoper niet slaagt, zal de ontbinding van de koopovereenkomst standhouden en zal de verkoper de koopsom moeten terugbetalen. Het hof houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de bewijslevering.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.255.015
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort, 6554418)
arrest van 4 februari 2020
in de zaak van
[appellant],
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [appellant] ,
advocaat: mr. E.M. Uijttewaal,
tegen:
[geïntimeerde], handelende onder de naam HAS Auto’s,
wonende te [B] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: HAS,
advocaat: mr. E. van Meulen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 2 april 2019 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 14 juni 2019;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord.
1.3
Vervolgens heeft [appellant] de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De vaststaande feiten

In hoger beroep gaat het hof uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.6 van het bestreden vonnis van 14 november 2018.

3.De motivering van de beslissing in hoger beroep

3.1
Deze zaak gaat kort gezegd om de vraag of de op 31 juli 2017 door HAS aan [appellant] verkochte Mazda de eigenschappen bezat die [appellant] op grond van de overeenkomst mocht verwachten (en dus “conform was”, zie artikel 7:17 BW). Vaststaat dat de kilometerstand die de auto aangaf (217.458 volgens de advertentietekst) niet juist was en dat dat in beginsel leidt tot de conclusie dat de auto non-conform was (volgens HAS volgt uit het tellerrapport dat de auto 53.465 kilometer meer heeft gereden dan de af te lezen stand, dat is door [appellant] niet betwist).
Partijen zijn het er echter niet over eens of HAS voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan [appellant] heeft verteld dat de kilometerstand onlogisch was. Zou HAS dat hebben meegedeeld, dan kan [appellant] zich niet op de non-conformiteit van de auto beroepen (daar zijn partijen het wel over eens).
3.2
De rechtbank heeft aangenomen dat HAS [appellant] voor het sluiten van de koop heeft geïnformeerd dat de kilometerstand niet logisch was en heeft daarom de vorderingen van [appellant] afgewezen. [appellant] komt daartegen met drie grieven in hoger beroep. Hij vraagt in hoger beroep kort samengevat te verklaren dat de koopovereenkomst is ontbonden wegens non-conformiteit, dan wel vernietigd wegens bedrog of dwaling. Verder vraagt hij terugbetaling van de koopsom van € 2.850 en vergoeding van de door [appellant] na de koop voor de auto betaalde verzekeringspremies (van € 306,24), wegenbelasting (van € 1.078) en schorsingskosten (van € 146,20). Tot slot vraagt hij buitengerechtelijke incassokosten, een proceskostenvergoeding en wettelijke rente over al die bedragen.
3.3
Zoals de rechtbank heeft overwogen en niet door partijen is bestreden, ligt de stelplicht en bewijslast van HAS’ (bevrijdende) verweer dat zij [appellant] over de onlogische kilometerstand had geïnformeerd, op HAS.
In ieder geval in hoger beroep heeft [appellant] die stelling van HAS voldoende betwist, zeker wanneer in aanmerking wordt genomen dat HAS haar stelling dat zij [appellant] had laten weten dat de kilometerstand onlogisch was niet met documenten heeft onderbouwd (het staat niet vermeld in de koopovereenkomst, niet in het nu nog beschikbare uittreksel van de advertentietekst en bovendien heeft HAS het tellerrapport waaruit manipulaties blijken – zo volgt uit haar stellingen – niet aan [appellant] overhandigd). [appellant] wijst erop dat HAS tijdens de comparitie in hoger beroep heeft verklaard dat zij het tellerrapport van een auto pas meegeeft als kopers daarnaar doorvragen. Volgens hem zou hij, als HAS zou hebben meegedeeld dat de kilometerstand onlogisch was, zeker hebben doorgevraagd om er achter te komen met hoeveel kilometers de kilometerstand zou zijn teruggedraaid. Dat het tellerrapport niet aan hem is overhandigd, laat volgens [appellant] dus al zien dat niet gesproken is over een onlogische kilometerstand.
3.4
HAS zal, in verband met haar concrete bewijsaanbod, in de gelegenheid worden gesteld om (door het horen van getuigen) bewijs te leveren van haar stelling dat zij [appellant] in het verkoopgesprek op 31 juli 2017 heeft verteld dat de kilometerstand van de auto onlogisch is.
3.5
Het hof gaat nu vast in op de mogelijke uitkomsten van de bewijslevering.
Als HAS erin slaagt om dat bewijs te leveren, slaagt haar (bevrijdende) verweer dat [appellant] zich niet op de non-conformiteit kan beroepen en zal het vonnis van de rechtbank in stand blijven.
Als HAS niet slaagt in het bewijs zal vaststaan dat zij een non-conforme auto heeft geleverd. In dat geval zal het hof verklaren dat de ontbinding van de koopovereenkomst op 12 augustus 2017 door [appellant] voor zover het de koop van de Mazda voor € 2.850 betreft, stand houdt. HAS heeft namelijk geen andere verweren aangevoerd, die aan die conclusie in de weg staan. Zij heeft nog wel opgemerkt dat zij eerder, enkele dagen na de koopovereenkomst, had aangeboden de koop terug te draaien, maar dit verweer is alleen aangevoerd in het kader van de stelling dat HAS niet kan opdraaien voor de verzekeringspremies en wegenbelasting omdat [appellant] niet heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht. Bovendien deed HAS dat aanbod naar aanleiding van klachten over vermogensverlies van de auto en niet naar aanleiding van klachten over de onjuiste kilometerstand. Die laatste klachten heeft [appellant] pas op 12 augustus 2017 geuit (naar zijn zeggen omdat hij er toen pas achter kwam dat de kilometerstand niet klopte).
HAS zal in dat geval, gelet op de gedeeltelijke ontbinding dus veroordeeld worden tot terugbetaling van de aankoopsom van € 2.850; de Mazda komt in dat geval aan HAS toe. Weliswaar is aannemelijk dat de inruilprijs van € 1.600 die [appellant] heeft ontvangen voor de door hem bij de koop ingeruilde Fiat hoger ligt dan de werkelijke waarde, maar HAS heeft niet een voldoende duidelijk verweer gevoerd dat op deze stelling is gebaseerd en zij heeft ook nagelaten te stellen voor welk bedrag zij de Fiat heeft doorverkocht.
3.6
Met betrekking tot de schadebeperkingsplicht merkt het hof op dat [appellant] niet is ingegaan op dit (ook al bij de rechtbank gevoerde) verweer. Voor het geval HAS niet zal slagen in het bewijs en vast zal komen te staan dat de auto non-conform was, zullen de gevorderde verzekeringspremies en wegenbelasting worden afgewezen. [appellant] had de auto meteen kunnen schorsen. Door alles op zijn beloop te laten en ook niet concreet te reageren op de e-mail met voorstellen en vragen van HAS van 12 augustus 2017, zijn die kosten onnodig veroorzaakt. In dat geval zullen naast het aankoopbedrag van € 2.850 dus alleen de schorsingskosten van € 146,20 worden toegewezen.
3.7
Dit alles betekent dat als HAS in haar bewijslevering zal slagen, [appellant] vordering geheel zal worden afgewezen (hij kan dan wel de Mazda ophalen bij HAS) en dat als HAS het bewijs niet weet te leveren, HAS een bedrag van € 2.996,20 (2.850 + 146,20) vermeerderd met rente, zal moeten betalen aan [appellant] (HAS kan dan beschikken over de Mazda die nog op haar terrein staat). Buitengerechtelijke kosten zijn in dat geval niet toewijsbaar. Op de betwisting van HAS dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt heeft [appellant] namelijk niet gesteld welke buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Dat dergelijke werkzaamheden zijn verricht (bijvoorbeeld door het sturen van (sommatie)brieven) blijkt ook niet uit het dossier.
3.8
Het hof kan zich voorstellen dat de marges waarbinnen deze zaak zal worden afgedaan hiermee zo overzichtelijk zijn dat partijen aan de hand van voornoemde uitgangspunten een minnelijke regeling weten te treffen. Het hof geeft partijen en hun advocaten uitdrukkelijk in overweging hierover met elkaar in overleg te treden. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, zal worden overgegaan tot bewijslevering als voormeld.
3.9
In afwachting van bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat HAS toe te bewijzen dat zij voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst [appellant] heeft gezegd dat de kilometerstand van de Mazda onlogisch was;
bepaalt dat, indien HAS dat bewijs door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. L.J. de Kerpel-van de Poel, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat partijen ( [appellant] in persoon, HAS vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het beantwoorden van vragen in staat is) bij het getuigenverhoor aanwezig dienen te zijn opdat hen naar aanleiding van de getuigenverklaringen vragen kunnen worden gesteld;
bepaalt dat HAS het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 3 maart 2020, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat HAS overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
bepaalt dat indien een partij bij gelegenheid van het getuigenverhoor nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties hebben ontvangen;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. L.J. de Kerpel-van de Poel, C.J.H.G. Bronzwaer en H.M.L. Dings en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2020.