ECLI:NL:GHARL:2020:9405

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 november 2020
Publicatiedatum
16 november 2020
Zaaknummer
21-005016-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak van witwassen

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 september 2019. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die is ingesteld tegen een verdachte die eerder was vrijgesproken van witwassen. Het hof heeft de vordering tot ontneming afgewezen, omdat de verdachte in de hoofdzaak was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De zitting vond plaats op 2 en 4 november 2020, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadslieden, mr. J. Steenbrink en mr. S.F.W. van ‘t Hullenaar. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de vordering tot betaling aan de staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel werd afgewezen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. G. Dam als voorzitter, en de uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. R.W.P. Soons. Het arrest is openbaar uitgesproken, maar mr. G.A. Versteeg en mr. L.J. Bosch waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005016-19
Uitspraak d.d.: 18 november 2020
TEGENSPRAAK
ONTNEMINGSZAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem -Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 september 2019 met parketnummer 05-900240-12 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen de hiervoor genoemde uitspraak hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 en 4 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door betrokkene en zijn raadslieden, mr. J. Steenbrink en mr. S.F.W. van ‘t Hullenaar, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal de uitspraak waarvan beroep vernietigen om proceseconomische redenen en daarom opnieuw rechtdoen.

De vordering

De betrokkene is bij arrest van dit hof van 18 november 2020 (21-007120-18) vrijgesproken van – onder meer – het onder 1 tenlastegelegde.
De vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet daarom worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de uitspraak waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst af de vordering strekkende tot oplegging van de verplichting tot betaling aan de staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel tot het in die vordering genoemde bedrag.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. L.J. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.W.P. Soons, griffier,
en op 18 november 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. G.A. Versteeg is buiten staat
dit arrest mede te ondertekenen.
Mr. L.J. Bosch is buiten staat dit
arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 18 november 2020.
Tegenwoordig:
mr. B.J.J. Melssen, voorzitter,
mr. M. Zwartjes, advocaat-generaal,
mr. J. de Paauw - de Jong, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De betrokkene is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.