Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- uitvoerbaar bij voorraad de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de beide kinderen van partijen bepaald op € 180,- per kind per maand met ingang van de datum van die beschikking en telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- het verzoek van de vrouw tot het vaststellen van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud afgewezen;
- iedere verdere beslissing (omtrent de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de zorgregeling) aangehouden;
- verstaan dat partijen overeenstemming hebben bereikt ten aanzien van de woning, de banksaldi, de auto en de inboedel;
- bepaald dat partijen dienen over te gaan tot verdeling van het vakantiegeld en de belastingteruggave, onder de voorwaarde en op de wijze als onder rechtsoverweging 7.10 en 7.12 van de beschikking vermeld;
- de kosten van de procedure gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
4.De omvang van het geschil
- haar verzoek om partneralimentatie alsnog toe te wijzen;
- te bepalen dat het tijdens het huwelijk opgebouwde vakantiegeld alsnog bij helfte wordt verdeeld;
- te bepalen dat de belastingteruggave 2018 voor het geheel aan haar wordt toegedeeld, waarbij de man wordt verplicht het bedrag van € 578,- binnen veertien dagen na de te geven beschikking aan haar te betalen;
- te bepalen dat de teruggave energie voor zover die ziet op de huwelijkse periode bij helfte wordt verdeeld, zodat aldus € 453,08 wordt verdeeld;
- althans een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht.
- te bepalen dat het door hem opgebouwde vakantiegeld niet behoeft te worden verdeeld;
- te bepalen dat de door hem ontvangen teruggave inkomstenbelasting 2018 niet behoeft te worden verdeeld;
- voor het geval het vakantiegeld, de teruggave inkomstenbelasting en de teruggave energie wel moet worden verdeeld te bepalen dat hij daarop € 219,- in mindering mag brengen wegens onverschuldigd betaalde partneralimentatie,