In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden voor het plegen van ontucht met een veertienjarig meisje. Het hof bevestigt de veroordeling, maar past de strafmaat aan. De verdachte had ontuchtige handelingen verricht met het slachtoffer, wat plaatsvond in de context van een trio met een andere man. Het hof legt een gevangenisstraf op van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het hof verwerpt het beroep op afwezigheid van alle schuld, omdat de verdachte onvoldoende heeft gedaan om de werkelijke leeftijd van het slachtoffer te verifiëren. De rechtbank had eerder de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot € 2.000, maar het hof verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de schade mede het gevolg is van gedragingen van haar oom. Het hof benadrukt de ernst van de zaak en de impact op het slachtoffer, en houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn openheid tijdens het verhoor en zijn eerdere schone strafblad.