Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- Verdachte zich binnen vijf werkdagen na het onherroepelijk worden van het arrest meldt bij de telefonische bureaudienst (op werkdagen tussen 9.00 en 11.00 uur) van Reclassering Nederland op telefoonnummer 088-801400. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Hij volgt de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden voor zover niet in een andere voorwaarden reeds benoemd;
- Verdachte werkt mee aan een intake en indien nader geïndiceerd aan een behandeling bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Aandachtspunt van de behandeling is de seksualiteit, normen en waarden hierin en de algemene en persoonlijke seksuele ontwikkeling. De behandeling start na aanmelding door de reclassering en de behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.