Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat het om in deze zaak?
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
“ [geïntimeerde] voor de duur van het geding het volledige en uitsluitende recht heeft ten behoeve van de maatschap in liquidatie alle beslissingen te nemen in het kader van de lopende bedrijfsvoering die hem goeddunken, behoudens belangrijke beslissingen die door [geïntimeerde] en [appellant] gezamenlijk zullen moeten worden genomen, zoals het vaststellen van een meerjarig bouwplan en het doen van investeringen voor een bedrag van € 10.000,- of meer”. Verder heeft de rechtbank bepaald dat [appellant] recht houdt op zijn maandelijkse salaris van € 2.500,- en heeft zij [appellant] verboden het terrein van het bedrijf te betreden en handelingen te verrichten ten behoeve of ten laste van de maatschap in liquidatie. De proceskosten zijn door de rechtbank gecompenseerd.
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
nietop zijn beurt een vordering ingediend om alleen met de bedrijfsvoering te worden belast. Het is dan ook alleen de vordering van [geïntimeerde] om te worden belast met de bedrijfsvoering, die ter beoordeling voor ligt. Gelet hierop en het feit dat samenwerking niet meer mogelijk is en één van partijen moet worden belast met de bedrijfsvoering, zal het hof de vordering van [geïntimeerde] om met de bedrijfsvoering te worden belast toewijzen. In zoverre faalt de grief van [appellant] . Dat met deze beslissing de belangen van [appellant] onvoldoende worden onderkend, zoals [appellant] aanvoert, verwerpt het hof. Het is in het belang van zowel [geïntimeerde] als [appellant] dat er aan het bedrijf leiding wordt gegeven en dat de dagelijkse gang van zaken niet stagneert. Dat [geïntimeerde] er belang bij zou hebben dat het bedrijf slecht draait met het oog op de vast te stellen overnamesom en dat [geïntimeerde] er daarom met de pet naar gooit, is onvoldoende onderbouwd door [appellant] . Daarbij is niet gebleken dat het bedrijf het afgelopen jaar substantieel slechter heeft gerendeerd dan de jaren daarvoor.