Beslissing
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 20 maart 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Wijzigtde aan de maatregel van terbeschikkingstelling verbonden voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden dat de terbeschikkinggestelde:
1. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
2. zich niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
4. zich onder toezicht van de reclassering zal stellen en zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden;
5. zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland zal begeven, tenzij dit wordt toegestaan door de reclassering, die hierover overlegt met het Openbaar Ministerie;
6. niet van adres zal veranderen c. q. verhuizen zonder vooraf overleg met en toestemming van de reclassering;
7. de reclassering zicht zal verschaffen op de voortgang van zijn begeleiding en behandeling, waarbij hij zich open en begeleidbaar op zal stellen;
8. de reclassering toestemming zal verlenen om referenten te raadplegen en contact te
onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk (partner, familieleden, vrienden, kennissen, werkgever, verenigingsleven etc.);
9. zich coöperatief op zal stellen in het contact met gemeentelijke autoriteiten/ instellingen (burgemeester, ambtenaren, politie, woningbouwvereniging etc.);
10. indien de reclassering dit nodig acht mee zal werken aan een time out in een FPC van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging van met nog eens maximaal 7 weken per jaar dat de maatregel loopt;
11. wordt verplicht om zich te laten opnemen in FPK [kliniek] of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP- IFZ, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling worden gegeven, ook als dat inhoudt de inname van door behandelaren voorgeschreven medicatie;
12. verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg niet de reclassering
voor hem heeft opgesteld;
13. indien geïndiceerd na de klinische behandeling mee zal werken aan een ambulante
behandeling in een forensische polikliniek of soortgelijke instelling, wanneer dit door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt bevonden;
14. een zinvolle dagbesteding zal hebben, betaald dan wel onbetaald;
15. de reclassering inzage zal geven in zijn financiële situatie. Hij laat zich zo nodig begeleiden op financieel gebied. Indien geïndiceerd werkt hij mee aan een traject aangaande bewindvoering:
16. wordt verboden om alle soorten drugs en/of alcohol te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
17. indien geïndiceerd, zal meewerken aan urinecontroles en/of blaasproeven in verband met middelen- en alcoholgebruik met een frequentie die [kliniek] , of soortgelijke instelling, en de reclassering passend vinden. Deze controles zullen onderdeel uitmaken van de begeleiding ten behoeve van terugvalpreventie. Indien er vermoedens zijn van regelmatig alcoholgebruik dat niet naar voren komt door middel van blaas- of urinecontroles, dan kan een CDT- bepaling door middel van bloedafname ingezet worden.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes als voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. P.C. Vegter als raadsheren,
en dr. R.A. Graaff en Drs. E.L.M. Klein Haneveld als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 19 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken.
mr. P.C. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.