ECLI:NL:GHARL:2020:8859

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
TBS P20/0137
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 20 maart 2020, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. Het hof baseert zijn oordeel op het advies van deskundigen en de reclassering, die hebben aangegeven dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van een jaar. De terbeschikkinggestelde heeft een stoornis in cannabisgebruik en er zijn kenmerken van een autismespectrumstoornis en een gemengde persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Het recidiverisico wordt als laag-gemiddeld ingeschat, maar het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eist. De voorwaarden van de terbeschikkingstelling zijn aangepast, waarbij de terbeschikkinggestelde onder andere verplicht is om zich te laten opnemen in een instelling voor beschermd wonen en zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Het hof heeft ook de voorwaarden met betrekking tot het gebruik van middelen herzien, waarbij de terbeschikkinggestelde zich moet houden aan de richtlijnen van de reclassering.

Uitspraak

TBS P20/0137
Beslissing d.d. 19 oktober 2020
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
verblijvende te [woonplaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 20 maart 2020, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en wijzigingen van de voorwaarden.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 19 februari 2018, waarbij onder meer de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd;
- het pro justitia onderzoek van 4 november 2019, opgemaakt door dr. E.D.M. Masthoff, psychiater;
- het verlengingsadvies van de Reclassering Nederland van 28 november 2019;
- een aanvullend advies van de Reclassering Nederland van 4 februari 2020;
- de vordering van de officier van justitie van 16 januari 2020;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de aanvullende informatie van Reclassering Nederland van 6 augustus 2020.
Het hof heeft ter zitting van 5 oktober 2020 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage, en de advocaat-generaal mr. D.J. de Jong.

Overwegingen:

Het advies van de psychiater van 4 november 2019
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een stoornis in cannabisgebruik, thans in remissie. Voorts spelen er bij hem mogelijk enige kenmerken van een autismespectrum-stoornis (ASS) en/of is er bij hem sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis.
De terbeschikkinggestelde is binnen het kader van zijn terbeschikkingstelling met voorwaarden eind februari 2018 opgenomen op afdeling ‘ [naam 1] ’ van [kliniek] . Op 02 mei 2018 is hij doorgeplaatst naar de halfopen afdeling ‘ [naam 2] ’. Als rode draad in het behandeltraject op afdeling [naam 2] wordt gezien dat er geen vooruitgang wordt geboekt met de terbeschikkinggestelde. Hij is het niet eens met de opgelegde maatregel, hij kan zich niet vinden in de diagnostiek en hij vindt behandeling niet nodig. De terbeschikkinggestelde meent dat zijn problemen met het regelen van huisvesting en werk opgelost zijn.
De kans op een nieuw delict gelijkend op het indexdelict binnen de context van het verblijf bij [kliniek] is laag. Indien de zorg voor de terbeschikkinggestelde acuut zou wegvallen en hij teruggeworpen zou worden op zichzelf, neemt dit recidiverisico toe tot matig omdat hij nu niet beschikt over huisvesting en zinvolle dagbesteding. Indien er een uitstroomtraject gerealiseerd wordt waarbij genoemde zaken aangepakt worden en de terbeschikkinggestelde daaraan meewerkt, blijft het recidiverisico laag. Voortzetting van het klinische traject is niet meer doelmatig. Wel is het noodzakelijk dat er een passend uitstroomtraject komt waarbij de focus ligt op het realiseren van huisvesting en zinvolle dagbesteding in de regio van herkomst. Voorts is het van belang aandacht te houden voor de financiële situatie van de terbeschikkinggestelde en dat uitbreiding van zijn sociale netwerk wordt gestimuleerd. Wat betreft huisvesting kan een eerste (tussen)stap een begeleide woonvorm zijn waar de zelfredzaamheid van de terbeschikkinggestelde beter in beeld komt dan in de kliniek en waar met hem toegewerkt kan worden naar een meer definitieve oplossing.
Vanwege de omstandigheden dat op de externe risicofactoren nog onvoldoende geïntervenieerd is, dat bij het acuut stoppen van het huidige klinische traject zonder passend uitstroomtraject het recidiverisico toeneemt en dat er sprake is van een zeer beperkte intrinsieke motivatie voor hulp, is het aangewezen om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen. Het uitstroomtraject kan dan binnen dat kader georganiseerd worden en als dat goed loopt, kan toegewerkt worden naar het einde van de terbeschikkingstelling.
De psychiater heeft geadviseerd de maatregel te verlengen voor de duur van een jaar.
Voorts heeft de psychiater aangegeven dat de voorwaarden gehandhaafd kunnen worden met de volgende aanpassing. Een absoluut verbod op gebruik van middelen wordt niet meer
doelmatig geacht. Voorgesteld wordt deze voorwaarde aan te passen in: ‘abstinentie voor zover de reclassering dat noodzakelijk acht’. De psychiater heeft deze aanpassing voorgesteld omdat absolute abstinentie op de lange termijn moeilijk haalbaar lijkt en sporadisch sofsdrugsgebruik in casu niet als recidiverisico verhogend wordt gezien.
Het advies van de reclassering
Het advies van 28 november 2019
De terbeschikkinggestelde heeft gedurende zijn gehele verblijf binnen [kliniek] , niet opengestaan voor begeleiding en behandeling. Het team van [kliniek] en de toezichthouders hebben wel geprobeerd om hem te laten inzien dat behandeling noodzakelijk is om het recidiverisico te verminderen, maar door zijn ziektebeeld is dit niet mogelijk gebleken. De terbeschikkinggestelde is en blijft van mening dat hij geen behandeling en/of therapie nodig heeft. Hij is ervan overtuigd dat zijn delict rechtvaardig was en dat hij nooit een terbeschikkingstelling met voorwaarden had moeten krijgen. Omdat de terbeschikkinggestelde niet open staat en niet open kan staan voor begeleiding en therapie binnen een gesloten setting, is er een impasse in de behandeling. Om de impasse te doorbreken is het volgens de reclassering nodig om de terbeschikkinggestelde over te plaatsen naar een begeleide woonvorm, die bij voorkeur gespecialiseerd is op het gebied van autisme. Van daaruit kan de terbeschikkinggestelde rustig inbedden en kan er rustig en gestructureerd worden gewerkt aan het aanbrengen van externe factoren zoals een stabiele financiële situatie, een daginvulling, een sociaal netwerk en huisvesting waardoor de kans op recidive wordt beperkt. De stap om direct zelfstandig te gaan wonen, acht de reclassering te groot daar de terbeschikkinggestelde eerst alle randvoorwaarden zoals inkomsten en dagbesteding geregeld dient te hebben om recidive te voorkomen.
De reclassering heeft geadviseerd de maatregel te verlengen met een jaar.
Daarnaast heeft de reclassering verzocht de huidige voorwaarde wat betreft het drugs- en alcoholverbod aan te passen naar: ‘Abstinentie voor zover de reclassering dat noodzakelijk acht’.
Het aanvullend advies van 4 februari 2020
In een aanvullend advies van 4 februari 2020 heeft de reclassering voorts verzocht de volgende voorwaarde toe te voegen:
‘Betrokkene verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld’.
Aanvullende informatie van 6 augustus 2020
Uit de aanvullende informatie van de reclassering van 6 augustus 2020 komt naar voren dat de terbeschikkinggestelde op 2 juni 2020 is verhuisd naar een Regionale Instelling voor Beschermend en Begeleid Wonen (RIBW) te [plaats] . Hij bewoont een zelfstandig appartement en hij heeft tweemaal per dag een contactmoment. Het RIBW is gestart met het opstellen van een zorgplan. Zelf ervaart de terbeschikkinggestelde geen problemen en ziet hij geen doelen voor de begeleiding van het RIBW. Desondanks accepteert en ondergaat hij de begeleiding. Er is sprake van bewindvoering en de terbeschikkinggestelde is (vrijwel) abstinent van middelen. Door de verhuizing van de terbeschikkinggestelde is het risico op recidive toegenomen tot laag-gemiddeld omdat er minder toezicht en begeleiding is dan voorheen. Verder heeft de terbeschikkinggestelde nog geen gestructureerde dagbesteding en is er nog steeds sprake van gebrekkig zelfinzicht en dezelfde starre denkpatronen, waardoor de kans bestaat dat de terbeschikkinggestelde, bij problemen, tot gelijksoortige oplossingen komt als tijdens het indexdelict. De reclassering verwacht echter niet dat behandeling hierin nog tot verbetering zal leiden.
De reclassering heeft het eerder gegeven advies gehandhaafd.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde wil dat maatregel wordt beëindigd. Volgens hem is er geen sprake meer van (relevant) risico op recidive. Hij is inmiddels verhuisd naar een RIBW en is druk bezig met het zoeken naar werk. Behalve dat hij nu weet dat hij hulp moet zoeken als hij problemen heeft, weet hij ook bij wie hij dan hulp moet zoeken. In tegenstelling tot de periode rond het indexdelict is hij ook al lang niet meer verslaafd aan cannabis. De deskundigen schatten het risico in als laag bij beschermd wonen. In het geval de begeleiding zou wegvallen, wordt het risico ingeschat als matig, niet als hoog. Daarnaast bestaat er onduidelijkheid over het al dan niet bestaan van een stoornis. Door de deskundigen is niet eenduidig vastgesteld dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van ASS. Het ontbreken van een stoornis staat een verlenging van de maatregel in de weg.
De raadsman heeft primair verzocht de vordering van de officier af te wijzen. Subsidiair heeft de raadsman een verlengingsduur van één jaar bepleit
Het standpunt van het openbaar ministerie
Er is nog steeds sprake van een stoornis. Weliswaar bestaat er enige twijfel over de diagnose ASS, maar de deskundigen zijn wel van oordeel dat er sprake is van een stoornis. Ook is er nog steeds sprake van recidiverisico. Door de verhuizing van de terbeschikkinggestelde naar een RIBW setting is het risico op recidive zelfs enigszins toegenomen van laag tot laag-gemiddeld. Behalve dat er nu sprake is van minder toezicht en begeleiding, beschikt de terbeschikkinggestelde ook nog niet over een gestructureerde dagbesteding. De terbeschikkinggestelde is de goede weg ingeslagen, maar het is allemaal nog erg pril. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het tot een andere beslissing komt.
Indexdelict
Bij onherroepelijk arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 19 februari 2018 is de terbeschikkinggestelde veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden ter zake van opzettelijk een ontploffing te weeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is. Dit betreft een misdrijf dat gericht is tegen en/of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een stoornis in cannabisgebruik, thans in remissie. Voorts spelen er bij hem enige kenmerken van een autismespectrumstoornis (ASS) en/of is er bij hem sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis.
Het recidiverisico wordt als laag-gemiddeld ingeschat.
Verlenging
Gelet op het advies en de aanvullende informatie van de reclassering en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de aan de terbeschikkinggestelde opgelegde maatregel eist.
Het hof heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken
Het hof heeft oog voor het feit dat de terbeschikkinggestelde inmiddels is verhuisd naar een RIBW en dat hij begeleiding accepteert en ondergaat. Dat neemt echter niet weg dat de terbeschikkinggestelde nog een weg te gaan heeft. Er moet nog gewerkt worden aan het aanbrengen van externe factoren zoals een stabiele financiële situatie, dagbesteding en een sociaal netwerk. Verlenging met slechts een jaar is gelet op het voorgaande en gelet op het gebrekkige inzicht van de terbeschikkinggestelde in zijn eigen problematiek niet aangewezen.
Wijziging van voorwaarden
Het hof zal de aan de maatregel van terbeschikkingstelling gestelde voorwaarden aanvullen zoals de rechtbank heeft gedaan met de door de reclassering voorgestelde voorwaarde betreffende het verblijf van de terbeschikkinggestelde in “begeleid wonen of maatschappelijke opvang”
.
Voorts zal het hof de voorwaarde met betrekking tot het drugs- en alcoholverbod anders formuleren, in die zin dat de terbeschikkinggestelde wordt verboden om alle soorten drugs en/of alcohol te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting van het hof aangegeven akkoord te zijn met de door de reclassering geformuleerde voorwaarden en met herformulering daarvan als dat door het hof noodzakelijk wordt geacht.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 20 maart 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Wijzigtde aan de maatregel van terbeschikkingstelling verbonden voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden dat de terbeschikkinggestelde:
Algemene voorwaarden
1. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
2. zich niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Bijzondere voorwaarden
4. zich onder toezicht van de reclassering zal stellen en zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden;
5. zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland zal begeven, tenzij dit wordt toegestaan door de reclassering, die hierover overlegt met het Openbaar Ministerie;
6. niet van adres zal veranderen c. q. verhuizen zonder vooraf overleg met en toestemming van de reclassering;
7. de reclassering zicht zal verschaffen op de voortgang van zijn begeleiding en behandeling, waarbij hij zich open en begeleidbaar op zal stellen;
8. de reclassering toestemming zal verlenen om referenten te raadplegen en contact te
onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk (partner, familieleden, vrienden, kennissen, werkgever, verenigingsleven etc.);
9. zich coöperatief op zal stellen in het contact met gemeentelijke autoriteiten/ instellingen (burgemeester, ambtenaren, politie, woningbouwvereniging etc.);
10. indien de reclassering dit nodig acht mee zal werken aan een time out in een FPC van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging van met nog eens maximaal 7 weken per jaar dat de maatregel loopt;
11. wordt verplicht om zich te laten opnemen in FPK [kliniek] of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP- IFZ, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling worden gegeven, ook als dat inhoudt de inname van door behandelaren voorgeschreven medicatie;
12. verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg niet de reclassering
voor hem heeft opgesteld;
13. indien geïndiceerd na de klinische behandeling mee zal werken aan een ambulante
behandeling in een forensische polikliniek of soortgelijke instelling, wanneer dit door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt bevonden;
14. een zinvolle dagbesteding zal hebben, betaald dan wel onbetaald;
15. de reclassering inzage zal geven in zijn financiële situatie. Hij laat zich zo nodig begeleiden op financieel gebied. Indien geïndiceerd werkt hij mee aan een traject aangaande bewindvoering:
16. wordt verboden om alle soorten drugs en/of alcohol te gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
17. indien geïndiceerd, zal meewerken aan urinecontroles en/of blaasproeven in verband met middelen- en alcoholgebruik met een frequentie die [kliniek] , of soortgelijke instelling, en de reclassering passend vinden. Deze controles zullen onderdeel uitmaken van de begeleiding ten behoeve van terugvalpreventie. Indien er vermoedens zijn van regelmatig alcoholgebruik dat niet naar voren komt door middel van blaas- of urinecontroles, dan kan een CDT- bepaling door middel van bloedafname ingezet worden.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes als voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. P.C. Vegter als raadsheren,
en dr. R.A. Graaff en Drs. E.L.M. Klein Haneveld als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 19 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken.
mr. P.C. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.