In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders van twee minderjarige kinderen na hun echtscheiding. De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over hun kinderen, geboren in 2013 en 2017. Na de ontbinding van hun huwelijk in 2018 hebben zij een ouderschapsplan opgesteld waarin is afgesproken dat de kinderen voornamelijk bij de moeder verblijven, met een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van 50% voor beide ouders. De rechtbank Gelderland heeft in eerdere beschikkingen voorlopige regelingen getroffen, waaronder een ondertoezichtstelling van de kinderen en een schorsing van het contact tussen de vader en de kinderen.
In hoger beroep heeft de vader de bestreden beschikking van de rechtbank aangevochten, waarin de zorgregeling was gewijzigd. Hij verzoekt het hof om de zorgregeling te herzien, zodat de kinderen wekelijks afwisselend bij beide ouders verblijven. De moeder heeft verweer gevoerd en verzoekt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen aangegeven open te staan voor mediation om tot een gezamenlijke regeling te komen.
Het hof heeft besloten partijen te verwijzen naar mediation, waarbij zij samen afspraken kunnen maken over de zorg- en opvoedingstaken. Het hof houdt verdere beslissingen aan en heeft partijen opgedragen het hof op de hoogte te houden van de voortgang van de mediation. De beschikking is uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2020.