ECLI:NL:GHARL:2020:8716

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 oktober 2020
Publicatiedatum
27 oktober 2020
Zaaknummer
200.267.085/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdelingszaak tussen vrouw en man na verbreken van samenwoning met vorderingen tot verdeling en terugbetaling

In deze verdelingszaak vordert de vrouw de verdeling van een eenvoudige gemeenschap na het verbreken van de samenwoning met de man. De man heeft een tegenvordering ingesteld tot terugbetaling van een lening. De vrouw verweert zich tegen deze vordering door te stellen dat de man gelden heeft onttrokken uit de eenmanszaak die op haar naam stond. Het hof heeft in een tussenarrest de vrouw in de gelegenheid gesteld om haar stellingen over de omvang van de onttrekkingen nader te onderbouwen. De procedure in eerste aanleg is behandeld door de rechtbank Midden-Nederland, waar eerder vonnissen zijn gewezen op 24 mei 2017, 21 februari 2018, 28 november 2018 en 8 mei 2019. In hoger beroep zijn diverse processtukken ingediend, waaronder de dagvaarding in hoger beroep en de memorie van grieven. Het hof heeft besloten om een meervoudige comparitie van partijen te gelasten, waarbij het doel is om inlichtingen in te winnen en te beproeven of een minnelijke regeling mogelijk is. Gezien de Covid-epidemie is het onzeker of de zitting fysiek kan plaatsvinden; de comparitie zal in eerste instantie digitaal worden gehouden via Skype for Business. Het hof heeft de partijen en hun advocaten opgeroepen om op 16 april 2021 te verschijnen voor de meervoudige kamer. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de comparitie heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.267.085/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 430383)
arrest van 27 oktober 2020
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats1] ,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. H.C. Koops, kantoorhoudend te Amstelveen,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats1] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. L.T. Lonis, kantoorhoudend te Woudenberg.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
24 mei 2017, 21 februari 2018, 28 november 2018 en 8 mei 2019 die de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 22 juli 2019,
- het herstelexploot d.d. 18 oktober 2019,
- de memorie van grieven d.d. 14 januari 2020 (met producties),
- de memorie van antwoord in incidenteel appel d.d. 30 juni 2020,
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel d.d. 22 april 2020(met producties).
2.2
Partijen hebben opgave gedaan van hun verhinderingen en appellante heeft in viervoud het volledige dossier overgelegd.

3.De beoordeling

3.1
Het hof ziet aanleiding een meervoudige comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het inwinnen van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling.
3.2
In verband met de Covid-epidemie is het op dit moment niet duidelijk of de zitting te zijner tijd fysiek kan worden gehouden. De comparitie zal in beginsel digitaal plaatsvinden door middel van Skype for Business, waarbij partijen en hun advocaten niet fysiek in het paleis van justitie verschijnen, tenzij het hof alsnog beslist dat een fysieke zitting mogelijk is. In dat geval vindt de zitting plaats in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden. Partijen ontvangen daarover een week voor de zitting nader bericht met instructies van de zittingsgriffier.
3.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
bepaalt dat partijen [appellante] en [geïntimeerde] in persoon samen met hun advocaten zullen verschijnen voor de meervoudige kamer van het hof;
bepaalt dat de comparitie zal worden gehouden op
16 april 2021 te 13.30 uur;
bepaalt dat de comparitie digitaal zal plaatsvinden door middel van Skype for Business, tenzij het hof alsnog beslist dat de zitting fysiek kan worden gehouden;
bepaalt dat ingeval (één) van de partijen verhinderd is op voormelde zittingsdag, aan de hand van verhinderdata een nieuwe datum zal worden gepland, mits de partij die om een andere datum verzoekt binnen 14 dagen na dagtekening van dit arrest door middel van een
H7-formulier de verhinderdata van beide partijen doorgeeft over de maanden april 2021 t/m augustus 2021;
bepaalt dat advocaten bij deze comparitie elk gedurende maximaal 10 minuten, aan de hand van maximaal 2 A4’tjes spreeknotities, het standpunt van partijen mogen toelichten;
bepaalt dat indien een partij bij gelegenheid van de comparitie van partijen nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij
uiterlijk twee wekenvoor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties hebben ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. M.W. Zandbergen en mr. M.M.A. Wind en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
27 oktober 2020.