Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van deze wet (feit 1 primair) en
- overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (feit 2),
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Ter zake van feit 1 primair is de verdachte veroordeeld tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 18 maanden.
Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) jaren.