In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 2000, was veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs op 9 juli 2017. De kantonrechter had hem een geldboete van € 150,- opgelegd voor de overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat het vonnis niet voldeed aan de vereisten voor hoger beroep. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte inderdaad zonder rijbewijs had gereden. De verdachte had in zijn verweer aangevoerd dat hij destijds 17 jaar oud was en niet wist waar de rechtszaak over ging, maar het hof verwierp dit verweer op basis van de beschikbare bewijsmiddelen. Het hof oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en legde opnieuw een geldboete van € 150,- op, alsook drie dagen jeugddetentie. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de verkeersveiligheid en de naleving van de verkeersregels.