ECLI:NL:GHARL:2020:8468
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in ontnemingsvordering wegens gebrek aan veroordeling in hoofdzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het Openbaar Ministerie, die was ingesteld tegen een verdachte die in eerste aanleg was veroordeeld tot een betalingsverplichting van € 20.000,- ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot de conclusie kwam dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de ontnemingsvordering. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat in de hoofdzaak, waar de ontnemingsvordering aan is gelieerd, het Openbaar Ministerie ook niet-ontvankelijk was verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat het ontbreken van een veroordeling in de hoofdzaak een belemmering vormt voor de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering, zoals vastgelegd in de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft derhalve de ontnemingsvordering van het Openbaar Ministerie afgewezen en de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof de beslissing van de rechtbank heeft vernietigd en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.