ECLI:NL:GHARL:2020:8459
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis rechtbank in zaak van heling
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1993, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 augustus 2019, waarin hij was veroordeeld voor heling tot een gevangenisstraf van vier maanden. Het hof heeft het onderzoek op de terechtzitting van 6 oktober 2020 gevoerd, waarbij de advocaat-generaal een vordering heeft gedaan tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde (woninginbraak) en veroordeling voor het subsidiair ten laste gelegde (heling). De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en de in beslag genomen goederen dienden te worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar.
Het hof heeft de argumenten van de raadsman van de verdachte, mr. P.M. Iwema, in overweging genomen, maar is van oordeel dat de politierechter op juiste gronden heeft beslist. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden en de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing van het hof is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. A. Dörholt, en is openbaar uitgesproken.