Uitspraak
[verzoeker],
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De gronden van het wrakingsverzoek
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2020 een wrakingsverzoek behandeld van G. [verzoeker], die zich in een strafrechtelijke procedure bevond. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de raadsheren L.T. Wemes, M.C. Fühler en R.R.H. Laurens. Verzoeker stelde dat de voorzitter, mr. Wemes, vooringenomen was omdat hij had besloten om de zaak inhoudelijk te behandelen zonder een vierde regiezitting te houden. Verzoeker was van mening dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om zijn onderzoekswensen toe te lichten, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechters in gevaar bracht. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de criteria voor onpartijdigheid en heeft vastgesteld dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van verzoeker dat de rechters vooringenomen waren. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van mr. Wemes om de inhoudelijke behandeling door te laten gaan niet onbegrijpelijk was en dat verzoeker voldoende gelegenheid had om zijn standpunten naar voren te brengen. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen.