ECLI:NL:GHARL:2020:8455

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
20 oktober 2020
Zaaknummer
21-006805-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis rechtbank met aanvulling van de strafmotivering in zaak van rijden met ongeldig verklaard rijbewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1993, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 december 2018, waarin hij was veroordeeld voor het rijden met een (van rechtswege) ongeldig verklaard rijbewijs. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van twee weken opgelegd en de in beslag genomen Opel Corsa verbeurd verklaard.

Tijdens de zitting op 6 oktober 2020 heeft het hof de zaak behandeld. De advocaat-generaal heeft gepleit voor bevestiging van de bewezenverklaring en handhaving van de straf. De raadsman van de verdachte heeft zijn standpunten naar voren gebracht, maar het hof heeft geen aanleiding gezien om van de eerder opgelegde straf af te wijken. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak, de aard en ernst van de feiten, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen.

Het hof heeft geconcludeerd dat de opgelegde gevangenisstraf van twee weken passend is, gezien de ernst van de feiten en het gebruik van de in beslag genomen auto. De beslissing van het hof is om het vonnis van de politierechter te bevestigen, met een aanvulling op de strafmotivering. De verbeurdverklaring van de auto is gehandhaafd, aangezien deze toebehoorde aan de verdachte en was gebruikt bij het begaan van de feiten. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. M. Aksu, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006805-18
Uitspraak d.d.: 20 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 6 december 2018 met parketnummer 96-117824-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 oktober 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Daarnaast heeft de advocaat-generaal de verbeurdverklaring gevorderd van de in beslaggenomen auto, zijnde een Opel Corsa met kenteken [00-YY-YY] . Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. P.M. Iwema, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft bij vonnis van 6 december 2018, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte ter zake van het rijden met een (van rechtswege) ongeldig verklaard rijbewijs, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Daarnaast is de personenauto die onder verdachte in beslag is genomen verbeurd verklaard.
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal het vonnis derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de strafmotivering aanvult.

Aanvulling strafmotivering

Het hof is van oordeel dat, in aanmerking genomen de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, alsmede de persoonlijke omstandigheden van verdachte, een gevangenisstraf voor de duur van twee weken passend en geboden is. Het hof ziet in hetgeen door de raadsman van verdachte in hoger beroep naar voren is gebracht geen reden om af te wijken van de in eerste aanleg opgelegde straf.
De bewezenverklaarde feiten zijn begaan met behulp van de in beslag genomen en niet teruggegeven personenauto. De auto behoort de verdachte toe en zal daarom verbeurd worden verklaard. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door
mr. M. Aksu, voorzitter,
mr. L.J. Bosch en G.A. Versteeg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Dörholt, griffier,
en op 20 oktober 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.