Uitspraak
[veroordeelde] ,
De ontvankelijkheid van het verzoek tot tussentijdse toetsing
Oordeel van het hof
Beslissing
[veroordeelde].
[veroordeelde]niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot tussentijdse beoordeling van de maatregel van 23 april 2020.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 7 juli 2020. De veroordeelde had verzocht om tussentijdse toetsing van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD). Het hof constateert dat het verzoek tot tussentijdse toetsing te vroeg is ingediend, aangezien de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel op 8 november 2019 is aangevangen en het verzoek pas na zes maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging kan worden ingediend. De raadsman van de veroordeelde heeft betoogd dat het verzoek slechts kort voor de termijn was ingediend en dat zijn cliënt ontvankelijk zou moeten zijn. Het hof heeft echter besloten om de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek van 23 april 2020. Het hof heeft de wettelijke regeling helder geformuleerd en ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke termijnen voor het indienen van verzoeken in het strafrecht.