ECLI:NL:GHARL:2020:8251
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R.W. van Zuijlen
- M.J. Vos
- M. Nooijen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdzaken wegens ontuchtige handelingen; beoordeling van de redelijke termijn en sociaal-ethische normen
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1998, was aangeklaagd voor ontuchtige handelingen met een minderjarige, die op dat moment 15 jaar oud was. De advocaat-generaal had gevorderd tot veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie en een werkstraf, maar de verdediging stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege een aanzienlijk tijdsverloop van 4,5 jaar in deze zedenzaak. Het hof oordeelde dat, hoewel er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn, dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en kwam tot de conclusie dat de seksuele handelingen niet als ontuchtig konden worden aangemerkt, gezien het geringe leeftijdsverschil en de omstandigheden waaronder de handelingen plaatsvonden. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het tenlastegelegde.