In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 oktober 2020 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1990, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 23 april 2019. Het hof heeft op de zitting van 25 september 2020 de onderzoekswensen van de verdediging besproken. De verdediging heeft verzocht om het horen van verschillende getuigen, waaronder de officier van justitie en de teamleider van het onderzoek Turgon, en om deskundigen te benoemen die kunnen rapporteren over de AVR-methode en de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangever. Het hof heeft geoordeeld dat het horen van de officier van justitie noodzakelijk is, gezien de zware beschuldigingen van de verdediging tegen het openbaar ministerie. Het verzoek om de teamleider te horen is afgewezen, omdat dit niet in het belang van de verdediging is. Het hof heeft ook besloten dat een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut zal worden benoemd om de authenticiteit van de audiobestanden te onderzoeken. De verdediging heeft verder verzocht om historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte toe te voegen aan het dossier, maar dit verzoek is afgewezen. Het hof heeft de zaak heropend en de stukken in handen gesteld van de raadsheer-commissaris voor verdere behandeling.