In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2011 zijn vernietigd. De belanghebbende, die een Grieks restaurant exploiteert, had samen met andere participanten een registergoed gekocht en was betrokken bij de ontwikkeling van appartementen. De Inspecteur legde navorderingsaanslagen op, omdat hij meende dat het behaalde voordeel uit de verkoop van de appartementen belastbaar was als inkomen uit werk en woning. De rechtbank oordeelde dat de navorderingsaanslagen onterecht waren opgelegd, maar de Inspecteur ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat de participanten, waaronder de belanghebbende, een transparant samenwerkingsverband hadden gevormd en dat de activiteiten die zij ondernamen, meer waren dan normaal actief vermogensbeheer. Het Hof concludeerde dat het behaalde voordeel terecht als winst uit onderneming moest worden belast. De uitspraak van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, en de navorderingsaanslagen werden aangepast. De Inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.