ECLI:NL:GHARL:2020:7731

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 september 2020
Publicatiedatum
25 september 2020
Zaaknummer
21-000384-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling na hoger beroep tegen vonnis politierechter

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van een benadeelde partij en kreeg een taakstraf opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 11 september 2020 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal, die vrijspraak voorstelde, bestudeerd. Het hof heeft ook de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. J.D. Nijenhuis, gehoord. De politierechter had de verdachte veroordeeld voor mishandeling, maar het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De beslissing is genomen op basis van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, waaruit niet bleek dat de verdachte de mishandeling had gepleegd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte vrijgesproken, waarmee het vonnis van de politierechter niet in stand is gebleven.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000384-19
Uitspraak d.d.: 25 september 2020
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 24 januari 2019 met parketnummer 18-183043-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van verdachte van hetgeen hem is tenlastegelegd. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.D. Nijenhuis, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft verdachte veroordeeld voor mishandeling van [benadeelde partij] en heeft verdachte daarvoor een taakstraf opgelegd voor de duur van 60 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De benadeelde partij is door de rechter niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 september 2018 te [plaatsnaam] , gemeente [naam gemeente] , [benadeelde partij] heeft mishandeld door deze (hard) tegen het lichaam te duwen, ten gevolge waarvan deze [benadeelde partij] is gevallen en/of (vervolgens) stevig aan de kleding en/of het lichaam beet te pakken en/of vast te houden en/of te slaan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft, evenals de advocaat-generaal, uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte de tenlastegelegde mishandeling heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. L.J. Hofstra, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. E.C. Kole, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Janssen, griffier,
en op 25 september 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. E.C. Kole is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.