In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om de opzegging van een verzekering door de besloten vennootschap Veerkracht Asbest B.V. en Veerkracht Sloop B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Veerkracht) en de zorgplicht van de assurantietussenpersoon Boval Assurantiën B.V. (hierna: Boval). Veerkracht had via Boval diverse verzekeringen afgesloten, maar schakelde op een gegeven moment een nieuwe assurantietussenpersoon in, de heer [A]. Deze heeft de lopende verzekeringen bij Boval medio 2016 schriftelijk opgezegd, met uitzondering van een inkomenspakketverzekering. In december 2016 heeft de heer [B] van Veerkracht mondeling aan de heer [C] van Boval laten weten dat Veerkracht niet akkoord ging met een voorstel voor verlenging van de verzekering. Boval ontving echter geen schriftelijke opzegging van de verzekering, waardoor deze na 1 januari 2017 bleef doorlopen, naast een nieuwe verzekering die Veerkracht via [A] had afgesloten.
Boval heeft vervolgens facturen gestuurd voor de periode waarin de verzekering doorliep, maar Veerkracht heeft deze niet betaald. De kantonrechter heeft de vordering van Boval toegewezen, maar Veerkracht ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat een deel van de bezwaren van Veerkracht terecht was. Het hof verwierp het verweer van Veerkracht dat de verzekering tijdig schriftelijk was opgezegd, omdat dit onvoldoende gemotiveerd was. Het hof concludeerde dat de verzekering niet tijdig was opgezegd en dat Boval niet verantwoordelijk was voor het niet tijdig opzeggen van de verzekering door de nieuwe assurantietussenpersoon.
Het hof oordeelde echter ook dat Boval onvoldoende had gehandeld als een redelijk bekwaam assurantietussenpersoon, omdat zij niet adequaat had gereageerd op de mondelinge en schriftelijke verzoeken van Veerkracht om de verzekering op te zeggen. Het hof kwam tot de conclusie dat de verzekering per 7 maart 2017 was opgezegd en dat Boval verantwoordelijk was voor de gevolgen van het verzuim om de verzekering tijdig op te zeggen. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Veerkracht tot betaling van een bedrag aan Boval, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.