ECLI:NL:GHARL:2020:766
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van een tussentijds beëindigde huurovereenkomst met betrekking tot schadevergoeding en wanprestatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de besloten vennootschap Vastgoed Rietveld (Soest-Hartje Zuid) B.V. betreffende een huurovereenkomst voor een winkelruimte in Soest. De huurovereenkomst werd op 5 december 2013 gesloten, maar de winkelruimte werd pas op 5 juni 2015 opgeleverd. [appellant] heeft nooit huur betaald en heeft de winkelruimte medio december 2015 grotendeels ontruimd zonder de sleutels in te leveren. Vastgoed Rietveld heeft [appellant] in kort geding veroordeeld tot ontruiming en betaling van achterstallige huur. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] afgewezen en [appellant] veroordeeld tot betaling van huur en kosten aan Vastgoed Rietveld.
In hoger beroep heeft [appellant] twee grieven ingediend. De eerste grief betreft het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] geen schadevergoeding is toegekend. Het hof oordeelt dat Vastgoed Rietveld niet in verzuim is geraakt, omdat [appellant] Vastgoed Rietveld niet in gebreke heeft gesteld. De tweede grief betreft de huurverplichting van [appellant] over de maanden augustus 2015 tot en met februari 2016. Het hof oordeelt dat [appellant] huur verschuldigd is vanaf de oplevering van de winkelruimte en dat hij niet heeft aangetoond dat het beroep van Vastgoed Rietveld op nakoming onaanvaardbaar is.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep. De kosten voor de procedure worden vastgesteld op € 1.978,00 voor griffierecht en € 2.782,00 voor salaris advocaat.