ECLI:NL:GHARL:2020:7531

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 september 2020
Publicatiedatum
22 september 2020
Zaaknummer
21-001273-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in verband met overlijden verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 25 februari 2020. De zaak betreft een verdachte die geboren is in 1965 en op het moment van de uitspraak was overleden op 9 maart 2020. Het hof heeft vastgesteld dat door het overlijden van de verdachte het recht van het openbaar ministerie tot strafvordering is vervallen. Dit heeft geleid tot de beslissing dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij mr. W. Foppen als voorzitter fungeerde, samen met mr. L.J. Bosch en mr. R.R.H. Laurens. De griffier, mr. A.G. Veenstra, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001273-20
Uitspraak d.d.: 7 september 2020
VERSTEK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 25 februari 2020 met parketnummer 18-720219-19 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 21-005723-18, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
in leven wonende te [postcode] , [woonadres] [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 september 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Nu het hof gebleken is dat verdachte is overleden op 9 maart 2020, is het recht van het openbaar ministerie tot strafvordering vervallen. Derhalve dient het openbaar ministerie in de vervolging van verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. L.J. Bosch en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.G. Veenstra, griffier,
en op 7 september 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.R.H. Laurens is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.