ECLI:NL:GHARL:2020:7531
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in verband met overlijden verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 25 februari 2020. De zaak betreft een verdachte die geboren is in 1965 en op het moment van de uitspraak was overleden op 9 maart 2020. Het hof heeft vastgesteld dat door het overlijden van de verdachte het recht van het openbaar ministerie tot strafvordering is vervallen. Dit heeft geleid tot de beslissing dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij mr. W. Foppen als voorzitter fungeerde, samen met mr. L.J. Bosch en mr. R.R.H. Laurens. De griffier, mr. A.G. Veenstra, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.