ECLI:NL:GHARL:2020:7500

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 september 2020
Publicatiedatum
22 september 2020
Zaaknummer
21-004247-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzettelijk bezit van cocaïne, hashish en munitie met teruggave van inbeslaggenomen goederen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en hashish, alsook voor het voorhanden hebben van munitie. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte heeft op 29 juli 2016 in de gemeente [naam gemeente] opzettelijk 6,91 gram cocaïne en 43,1 gram hashish in zijn bezit gehad, evenals munitie van categorie III. De verdachte heeft in hoger beroep een bekennende verklaring afgelegd en het hof heeft de bewijsmiddelen in overweging genomen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet schuldig is aan het onder 3 tenlastegelegde, maar heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de andere tenlasteleggingen. Gezien de omstandigheden, waaronder de lange tijd die is verstreken sinds de feiten en de verbeterde persoonlijke situatie van de verdachte, heeft het hof besloten om een gevangenisstraf van 48 dagen op te leggen, met aftrek van voorarrest. Tevens is er een beslissing genomen over de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan de rechthebbenden.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004247-17
Uitspraak d.d.: 21 september 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 19 juli 2017 met parketnummer 16-659953-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1,2,3 en 4 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf van negentien weken met aftrek van voorarrest, waarvan dertien weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht en controle op middelengebruik. Daarnaast vordert de advocaat-generaal dat het inbeslaggenomen horloge wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende en dat de vier navigatiesystemen retour moeten naar de rechthebbende(n). Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.R.F. van Raab van Canstein, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij voornoemd vonnis, ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijfentwintig weken met aftrek van voorarrest, waarvan tien weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met oplegging van bijzondere voorwaarden als weergegeven in het vonnis waarvan beroep, en met beslissing over de inbeslaggenomen voorwerpen als weergegeven in het vonnis waarvan beroep.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 juli 2016 in de [naam gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad in totaal 6,91 gram, in elk geval één of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
hij op of omstreeks 29 juli 2016 te [plaatsnaam] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 43,1 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish), zijnde hashish een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2012 tot en met 29 juli 2016 in de [naam gemeente] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten - een navigatiesysteem merk TomTom, type One, [serienummer] en/of - een navigatiesysteem merk TomTom, type XXL, [serienummer] en/of - een navigatiesysteem merk TomTom, [serienummer] en/of - een navigatiesysteem merk TomTom, [IMEI-nummer] heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
4.
hij op of omstreeks 29 juli 2016 in de [naam gemeente] munitie van categorie III, te weten 43 patronen (9mm Luger, merk PMP) en/of 1 patroon (kaliber .22 voorzien van bodemstempel 'F') en/of 11 patronen (kaliber .38 Special, merken Federal en/of WCC en/of Geco), voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Overweging met betrekking tot het bewijs ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Met betrekking tot dit feit is sprake van een bekennende verdachte. Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, volstaat het hof met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2020.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2016, nummer PL0900-2016234293-47, opgenomen op pagina 209 en 266 van het dossier.
Overweging met betrekking tot het bewijs ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Met betrekking tot dit feit is sprake van een bekennende verdachte. Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, volstaat het hof met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2020.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2016, nummer PL0900-2016234293-47, opgenomen op pagina 207 van het dossier.
Overweging met betrekking tot het bewijs ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
Met betrekking tot dit feit is sprake van een bekennende verdachte. Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, volstaat het hof met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2020.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 augustus 2016, nummer PL0900-2016234293-70, opgenomen op pagina 256 e.v. van het dossier.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 29 juli 2016 in de [naam gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad in totaal 6,91 gram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2.
hij op 29 juli 2016 te [plaatsnaam] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 43,1 gram van een vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish), zijnde hashish een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
4.
hij 29 juli 2016 in de [naam gemeente] munitie van categorie III, te weten 43 patronen (9mm Luger, merk PMP) en 1 patroon (kaliber .22 voorzien van bodemstempel 'F') en 11 patronen (kaliber .38 Special, merken Federal en WCC en/of Geco), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich op 29 juli 2016 schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en hashish. Het is algemeen bekend dat dergelijke hard- en softdrugs een bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Bovendien vindt een groot deel van de criminaliteit direct of indirect haar oorsprong in het gebruik van dergelijke hard- en softdrugs. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van verschillende soorten munitie. Dergelijke patronen dienen niet ongecontroleerd voorhanden te zijn.
Het hof constateert dat de feiten ruim vier jaren geleden zijn gepleegd. Er is sprake van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Het hof zal hiermee in strafmatigende zin rekening houden.
Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 6 augustus 2020 blijkt ten nadele van verdachte dat hij in de vijf jaar voorafgaand aan het bewezen verklaarde twee keer eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van overtreding van de Opiumwet. Daarnaast is verdachte meermaals onherroepelijk veroordeeld voor andere strafbare feiten.
Ter terechtzitting is gebleken dat verdachte lange tijd te kampen heeft gehad met verslaving. Verdachte heeft op vrijwillige basis voor zijn drugsverslaving een behandeling gevolgd bij Inforsa. Die behandeling heeft hij naar eigen zeggen met een positief resultaat afgerond. De afgelopen jaren is verdachte naar eigen zeggen grotendeels clean gebleven, maar heeft hij af en toe een kleine terugval in middelengebruik gehad. Hoewel de feiten op zichzelf kwalijk zijn, heeft het hof er oog voor dat verdachte van ver is gekomen en dat zijn huidige persoonlijke situatie een aanzienlijke verbetering is ten opzichte van de zomer van 2016 waarin de bewezenverklaarde feiten zich afspeelden. Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting van het hof zijn verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag in die periode. Dit weegt het hof in het voordeel van verdachte mee.
Gelet op het voorgaande zal het hof verdachte een kans geven door hem niet (opnieuw) naar de gevangenis te sturen. Daarom volgt het hof de raadsvrouw en legt aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 48 dagen, met aftrek van het voorarrest. Het spreekt voor zich dat het nu aan verdachte is om deze kans te grijpen.
Aangezien verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij geen behoefte heeft aan reclasseringscontact en omdat het nu beter met hem gaat, hetgeen wordt ondersteund door het feit dat er geen nieuwe politiecontacten zijn voor soortgelijke gedragingen, ziet het hof geen aanleiding om aan verdachte ook een deels voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden zoals die (destijds) door de reclassering zijn geadviseerd.

Beslag

Het hof gelast de teruggave aan [naam 1] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759984, navigatiesysteem TomTom, 4 EH52, kleur: zwart.
Het hof gelast de teruggave aan [naam 2] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759379, navigatiesysteem, TomTom, GX619A02593, kleur zwart.
Het hof gelast de teruggave aan [naam 3] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759987, navigatiesysteem TomTom One, kleur, zwart.
Het hof gelast de teruggave aan [naam 4] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1769986, navigatiesysteem TomTom One XL HD, kleur: zwart.
Het hof gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 175300, horloge merk Rolex, kleur: meerkleurig, zilverkleurig bandje.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [naam 1] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759984, navigatiesysteem TomTom, 4 EH52, kleur: zwart.
Gelast de
teruggaveaan [naam 2] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759379, navigatiesysteem, TomTom, GX619A02593, kleur zwart.
Gelast de
teruggaveaan [naam 3] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1759987, navigatiesysteem TomTom One, kleur, zwart.
Gelast de
teruggaveaan [naam 4] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 1769986, navigatiesysteem TomTom One XL HD, kleur: zwart.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- goednummer 175300, horloge merk Rolex, kleur: meerkleurig, zilverkleurig bandje.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. L.J. Bosch en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.G. Veenstra, griffier,
en op 21 september 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.R.H. Laurens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt hierna telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer PL0900-2016234293, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.