In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder op 15 januari 2019 veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarbij de politierechter een taakstraf van 60 uren had opgelegd, waarvan 30 uren voorwaardelijk. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Tijdens de zitting van het hof op 2 september 2020 heeft de advocaat-generaal gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging en een geheel voorwaardelijke taakstraf van 30 uren, met een vervangende hechtenis van 15 dagen indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft kennisgenomen van de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman, mr. H.O. de Boer, en heeft de zaak grondig onderzocht.
Het hof oordeelt dat de politierechter op juiste gronden heeft beslist, maar komt tot een andere beslissing met betrekking tot de strafoplegging. Het hof vernietigt het vonnis van de politierechter voor wat betreft de straf en legt een taakstraf op van 30 uren, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft verklaard dat zijn bedreigingen voortkwamen uit een combinatie van medicatie en alcohol, en dat hij inmiddels geen alcohol meer drinkt. Het hof houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en legt de taakstraf in voorwaardelijke vorm op, zodat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.